Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 428
HR, 10-03-2009, nr. 01369/07 E
HR 10-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH5258
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 maart 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01369/07 E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BH5258
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH5258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH5258, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑03‑2009
Essentie
Verdachte niet-ontvankelijk in voorwaardelijk incidenteel ingesteld cassatieberoep nu voorwaarde dat middel openbaar ministerie slaagt, niet is vervuld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch, Economische Kamer, van 4 oktober 2006, nummer 20/009211-05, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. A.A.M. van Beek, te Tilburg.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.A.M. van Beek, advocaat te Tilburg, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.