Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 401
HR, 03-03-2009, nr. 07/11343
HR 03-03-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG9187
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2009
- Magistraten
Mrs. J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/11343
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG9187
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Penitentiair recht / Bijzondere onderwerpen
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG9187, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG9187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Afname DNA-materiaal bij een in 2004 veroordeelde verdachte ex art. 8 Wet DNA-onderzoek veroordeelden — welke wet op 1 februari 2005 in werking is getreden — is niet in strijd met de artikelen 7 en 8 EVRM (vgl. EHRM 7 december 2006, nr. 29514/05 (Van der Velden tegen Nederland), LJN BA0291).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 14 juli 2006, nummer 22/001446-06, in de strafzaak tegen T.L.. Adv. mr. J.M. Lintz, te Rotterdam.