Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 190
HR, 13-01-2009, nr. 07/10648
HR 13-01-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG4818
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
07/10648
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- LJN
BG4818
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG4818, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG4818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
Slechts met een opgave van bewijsmiddelen kan worden volstaan indien de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, tenzij sprake is van de aan het slot van art. 359, derde lid, Sv genoemde gevallen (vgl. NJ 2006, 542). Verdachte verklaart ter terechtzitting in hoger beroep onder meer dat hij niet meer zeker weet of zijn verklaring van twee jaar geleden nog klopt. In de overweging van het hof ligt besloten dat de verdachte na zijn in de bestreden uitspraak weergegeven, door het hof als bekennend aangemerkte verklaringen niet 'anders heeft verklaard'. Dat oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.