Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 187
HR, 16-01-2009, nr. C07/170HR
HR 16-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG3582
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/170HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BG3582
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Mededingingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG3582, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG3582, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑10‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2007
- Wetingang
Essentie
Mededingingsrecht. Nietigheidssanctie art. 6 Mededingingswet; geen recht van openbare orde; stelplicht en bewijslast merkbare verstoring. Hoger beroep; aanbod (nader) bewijs; tegenbewijs.
Art. 6 Mededingingswet bevat geen recht van openbare orde dat de rechter, ook als hij daarmee buiten de grenzen van de rechtsstrijd zou treden, ambtshalve moet toepassen. Een partij die een beroep doet op de nietigheidssanctie van art. 6, dient mede te stellen, en bij voldoende gemotiveerde tegenspraak te bewijzen, dat sprake is van merkbare verstoring van de mededinging in de desbetreffende markt.
Niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt het oordeel van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.