Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 207
HR, 13-01-2009, nr. 01861/07
HR 13-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BF1196
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01861/07
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BF1196
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BF1196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BF1196, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2009
Essentie
Geen onderbouwd standpunt in de zin van art. 359 lid 2 Sv.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 29 november 2006, nummer 21/001445-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte], adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.