Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 467
HR, 15-04-2008, nr. 03485/06
HR 15-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC9414
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 april 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
03485/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC9414
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC9414, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC9414, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2007
- Wetingang
Essentie
Gelet op de wetsgeschiedenis kan op grond van art. 181 lid 1 WVW 1994 aan de eigenaar of houder van een motorrijtuig ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd, indien hij wordt veroordeeld terzake van art. 21 sub a RVV 1990, terwijl dat feit is begaan door een bij ontdekking onbekend gebleven bestuurder.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Enkelvoudige Kamer, van 24 oktober 2006, nummer 21/006203-05, in de strafzaak tegen H.A. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden te Amsterdam. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.