Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 465
HR, 15-04-2008, nr. 00814/07 B
HR 15-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9406
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 april 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00814/07 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC9406
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9406, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9406, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑05‑2007
- Wetingang
Sv art. 552a lid 3 en 4
Essentie
Beklag tegen het beslag. Indien de zaak is geëindigd met een sepot zonder dat een rechter in de zaak is betrokken, is geen sprake van een vervolgde zaak cfm. art. 552a lid 3 Sv — in welk geval het klaagschrift binnen 3 maanden moet worden ingediend — maar van een zaak waarin geen vervolging is ingesteld cfm. art. 552a lid 4 Sv — in welk geval het klaagschrift binnen twee jaar moet worden ingediend. De rechtbank heeft klager dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.