Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 268
HR, 19-02-2008, nr. 00200/07
HR 19-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BB6217
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00200/07
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BB6217
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BB6217, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BB6217, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑05‑2007
- Wetingang
Sv art. 359 lid 2; Sr art. 289
Essentie
In zijn requisitoir heeft de A-G bij het hof aangevoerd dat en op grond van welk bewijsmateriaal de primair tenlastegelegde poging tot moord bewezen kan worden verklaard. Het hof heeft de verdachte ter zake van de poging tot moord vrijgesproken en daartoe overwogen dat naar zijn oordeel het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt ten aanzien van het bestanddeel ‘voorbedachte raad’. Gelet op de geldende jurisprudentie omtrent de vrije selectie en waardering van bewijsmateriaal door de rechter en in aanmerking genomen hetgeen door de A-G bij het hof naar voren is gebracht, was het hof, ook in het licht van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.