Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 263
HR, 22-02-2008, nr. C06/254HR
HR 22-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC4866
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/254HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BC4866
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Insolventierecht (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC4866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC4866, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2008
Essentie
Afstand van eigendomsvoorbehoud jegens bank/pandnemer?; uitleg in pandakte opgenomen veklaring.
Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat de in de pandakte voorkomende verklaring van M. als directeur van de pandgeefster dat de pandgeefster tot de verpanding bevoegd was, aldus begrepen moet worden dat M. daarbij tevens jegens de bank heeft verklaard dat zijn leveranties aan de pandgeefster waren geschied of zouden geschieden onder zodanige voorwaarden dat de pandgeefster tot de verpanding bevoegd was en dat de bank daaruit mocht afleiden dat M. zich jegens de bank niet op enig eigendomsvoorbehoud ter zake van die leveranties zou (kunnen) beroepen en dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.