Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 659
HR, 19-06-2007, nr. 01401/06
HR 19-06-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3598
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 juni 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
01401/06
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA3598
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA3598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA3598, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑06‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2006
- Wetingang
Sr art. 285
Essentie
De opvatting dat een bedreiging die is geuit door middel van een e-mailbericht niet zonder meer een ‘schriftelijke’ bedreiging cfm art. 285 Sr oplevert, is onjuist. Beslissend is of de bedreiging de geadresseerde in leesbare vorm bereikt, ongeacht de wijze van overbrenging.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 14 oktober 2005, nummer 20/007518-05, in de strafzaak tegen: E.J.P.M. van A. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. M.J.C. Zuurbier, beiden te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.