Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 694
WOTS-procedure. Onjuiste beoordeling dubbele strafbaarheid terzake ‘conspiracy’.
HR 20-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW6731
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 juni 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00427/06 W
- Conclusie
P-G Fokkens
- LJN
AW6731
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW6731, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW6731, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2006
- Wetingang
WOTS art. 3 lid 2; WOTS art. 28 lid 3; WOTS art. 31
Essentie
WOTS-procedure. De feiten in het Engelse vonnis waarin veroordeelde is veroordeeld ter zake ‘conspiracy’ leverden naar Nederlands recht niet overtreding van art. 2 onder A Opiumwet op, maar deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven alsmede overtreding van art. 10a Opiumwet.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Dordrecht van 29 december 2005, nummer 11/994002–05, omtrent een vordering van de Officier van Justitie tot het verlenen van verlof tot tenuitvoerlegging van een vonnis van het Crown Court te Liverpool (Verenigd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.