Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 44
Onvoldoende bewijs valsheid in geschrift.
HR 20-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU6081
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03598/04
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AU6081
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU6081, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU6081, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2005
Essentie
Onvoldoende bewijs valsheid in geschrift.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 juni 2004, nummer 20/001809–03, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — behalve ten aanzien van de bewijsvoering en de strafoplegging — bevestigd een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Maastricht van 21 maart 2003, waarbij de verdachte is veroordeeld ter zake van 'valsheid in geschrift, meermalen gepleegd'. Het Hof heeft de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.