Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 41
Opzetheling. Voldoende bewijs dat gelden van misdrijf afkomstig waren.
HR 20-12-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AU3951
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 december 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
03306/04E
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AU3951
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AU3951, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AU3951, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2005
Essentie
Opzetheling. Voldoende bewijs dat gelden van misdrijf afkomstig waren.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Economische Kamer, van 18 februari 2004, nummer 22/003340–03, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (India) op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Rotterdam, Economische Kamer, van 13 februari 2003, voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen — de inleidende dagvaarding nietig verklaard voorzover het betreft het gedeelte 'en/of Nederlands geld' in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.