Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/975
Arubaanse zaak. Openbare weg; vereisten; verplichting rechthebbende.
HR 03-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM3889
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04751
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BM3889
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
Goederenrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM3889, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM3889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑11‑2008
- Wetingang
BW Aruba art. 5:85, 5:89; Wegenwet art. 4
Essentie
Arubaanse zaak. Openbare weg; vereisten; verplichting rechthebbende.
Naar ongeschreven Arubaans recht (gelijk het geval was naar ongeschreven Nederlands recht voordat de Wegenwet in werking trad) kan een weg als openbare weg worden aangemerkt wanneer de rechthebbende — ingeval deze geen overheidslichaam is: met instemming of medewerking van de overheid — daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven, of wanneer de weg geruime tijd (in ieder geval gedurende dertig achtereenvolgende jaren) voor een ieder vrij toegankelijk is geweest. Op grond van de aldus ontstane publieke bestemming van openbare weg moet de rechthebbende dulden dat het gewone verkeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.