Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/979
Geding na verwijzing; passeren essentiële stelling.
HR 03-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7048
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 september 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
09/04092
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BM7048
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM7048, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM7048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2010
Essentie
Geding na verwijzing; passeren essentiële stelling.
Vervolg op HR 5 december 2008, LJN BF8928, NJ 2009, 2.
De klacht dat het hof een essentiële stelling heeft gepasseerd, treft doel.
Partij(en)
[De vrouw], verzoekster tot cassatie, advocaat: mr. M.M. van Asperen,
tegen
[De man], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding
Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
- a.
zijn beschikking, gegeven tussen partijen in de zaak 07/13238, LJN BF8928, NJ 2009, 2, van 5 december 2008, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.