Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/996
Poging tot moord. Voorwaardelijk opzet onvoldoende gemotiveerd.
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0241
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
08/03082
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BM0241
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0241, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0241, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2010
Essentie
Poging tot moord. Voorwaardelijk opzet onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2008, nummer 23/004999-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. G. Spong en mr. B.TH. Nooitgedagt, beiden te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G. Spong en mr. B.TH. Nooitgedagt, beiden advocaat te Amsterdam, bij afzonderlijke schrifturen middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.