Einde inhoudsopgave
Wegenwet
Artikel 4 [Openbare weg]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1932
- Bronpublicatie:
31-07-1930, Stb. 1930, 342 (uitgifte: 21-08-1930, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1932
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-1932, Stb. 1932, 293 (uitgifte: 01-01-1932, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Algemeen
1.
Een weg is openbaar:
- I.
wanneer hij, na het tijdstip van dertig jaren vóór het in werking treden van deze wet, gedurende dertig achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest;
- II.
wanneer hij, na het tijdstip van tien jaren vóór het in werking treden van deze wet, gedurende tien achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest en tevens gedurende dien tijd is onderhouden door het Rijk, eene provincie, eene gemeente of een waterschap;
- III.
wanneer de rechthebbende daaraan de bestemming van openbaren weg heeft gegeven.
2.
Het onder I en II bepaalde lijdt uitzondering wanneer, loopende den termijn van dertig of van tien jaren, gedurende een tijdvak van ten minste een jaar duidelijk ter plaatse is kenbaar gemaakt, dat de weg slechts ter bede voor een ieder toegankelijk is.
3.
Dit kenbaar maken kan geschieden door het stellen van opschriften als: eigen weg, particuliere weg, private weg en soortgelijke, of door andere kenteekenen.