Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 07-02-2023
- Bronpublicatie:
09-11-2022, PbEU 2023, L 16 (uitgifte: 18-01-2023, regelingnummer: 2023/119)
- Inwerkingtreding
07-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2022, PbEU 2023, L 16 (uitgifte: 18-01-2023, regelingnummer: 2023/119)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
Voor de toepassing van deze verordening zijn de definities van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 en bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van toepassing, tenzij die definities betrekking hebben op termen die in de tweede alinea van dit artikel worden gedefinieerd.
Daarnaast wordt verstaan onder:
- 1.
‘in de lijst opgenomen derde land of gebied, of zone daarvan’: een derde land of gebied, of een zone daarvan, dat/die is opgenomen in een lijst van derde landen of gebieden, of zones daarvan, of compartimenten in het geval van aquacultuurdieren, van waaruit de binnenkomst in de Unie van een bepaalde soort en categorie dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig uitvoeringshandelingen die krachtens artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 zijn vastgesteld;
- 2.
‘de lijst’: de lijst van derde landen of gebieden, of zones daarvan, of compartimenten in het geval van aquacultuurdieren, van waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen van een bepaalde soort en categorie dieren, levende producten of producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig uitvoeringshandelingen die krachtens artikel 230, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 zijn vastgesteld;
- 3.
‘vervoermiddelen’: weg- of spoorvoertuigen, vaartuigen en luchtvaartuigen;
- 4.
‘laadkist’: een krat, bak, houder of andere stijve constructie die voor het vervoer van dieren, levende producten of producten van dierlijke oorsprong wordt gebruikt en niet het vervoermiddel is;
- 5.
‘rund’: een dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de geslachten Bison, Bos (met inbegrip van de ondergeslachten Bos, Bibos, Novibos en Poephagus) en Bubalus (met inbegrip van het ondergeslacht Anoa), alsook kruisingen van die soorten;
- 6.
‘schaap’: een dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in het geslacht Ovis alsook kruisingen van die soorten;
- 7.
‘geit’: een dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in het geslacht Capra alsook kruisingen van die soorten;
- 8.
‘varken’: een tot de hoefdiersoorten in de familie Suidae behorend dier dat in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 is opgenomen, voor de binnenkomst in de Unie van een dier, of een dier van de soort Sus scrofa, voor de binnenkomst in de Unie van levende producten;
- 9.
‘paardachtige’: een dier dat behoort tot de eenhoevigensoorten in het geslacht Equus (met inbegrip van paarden, ezels en zebra's), alsook kruisingen van die soorten;
- 10.
‘kameelachtige’: een in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 opgenomen dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de familie Camelidae;
- 11.
‘hertachtige’: een in de lijst in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/429 opgenomen dier dat behoort tot de hoefdiersoorten in de familie Cervidae;
- 12.
‘geregistreerde paardachtige’:
- a)
een raszuiver fokdier van de soorten Equus caballus en Equus asinus dat is ingeschreven of in aanmerking komt voor inschrijving in de hoofdsectie van een stamboek dat is opgesteld door een stamboekvereniging of een overeenkomstig artikel 4 of artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1012 erkend fokorgaan;
- b)
een gehouden dier van de soort Equus caballus dat rechtstreeks bij een internationale vereniging of organisatie die paarden beheert met het oog op wedstrijden of paardenrennen (‘geregistreerd paard’) is geregistreerd, of via een nationale federatie of filiaal daarvan;
- 13.
‘voor de slacht bestemde dieren’: gehouden landdieren die rechtstreeks of na verzameling naar een slachthuis worden vervoerd;
- 14.
‘geen melding gemaakt van ziekte’: geen dier of groep dieren van de betrokken soorten die in de inrichting worden gehouden, is geclassificeerd als een bevestigd geval van die ziekte en alle vermoedelijke gevallen van die ziekte zijn uitgesloten;
- 15.
‘gezondheidscategorie’: een groep in de lijst opgenomen derde landen waar zich gemeenschappelijke diergezondheidsrisico's voordoen met betrekking tot ziekten die voor paardachtigen in de lijst zijn opgenomen, die specifieke risicobeperkingsmaatregelen en gezondheidsgaranties vereisen wanneer paardachtigen de Unie binnenkomen;
- 16.
‘koppel’: alle pluimvee of in gevangenschap levende vogels met dezelfde gezondheidsstatus die in hetzelfde lokaal of binnen dezelfde uitloopruimte worden gehouden en die een epidemiologische eenheid vormen; in stallen omvat deze term alle dieren die hetzelfde omsloten luchtvolume delen;
- 17.
‘fokpluimvee’: pluimvee van 72 uur en ouder, bestemd voor de productie van broedeieren;
- 18.
‘gebruikspluimvee’: pluimvee van 72 uur en ouder, dat wordt opgefokt voor de productie van vlees, consumptie-eieren of andere producten, of om in het wild te worden uitgezet;
- 19.
‘eendagskuikens’: pluimvee dat nog geen 72 uur oud is;
- 20.
‘honingbij’: dier van de soort Apis mellifera;
- 21.
‘hommel’: een dier van de soorten die behoren tot het geslacht Bombus;
- 22.
‘hond’: een gehouden dier van de soort Canis lupus;
- 23.
‘kat’: een gehouden dier van de soort Felis silvestris;
- 24.
‘fret’: een gehouden dier van de soort Mustela putorius furo;
- 25.
‘uniek erkenningsnummer’: een door de bevoegde autoriteit toegekend nummer;
- 26.
‘eieren die vrij zijn van specifieke pathogenen’: broedeieren die afkomstig zijn van ‘koppels kippen die vrij zijn van specifieke pathogenen’ zoals beschreven in de Europese Farmacopee, en die uitsluitend voor diagnose, onderzoek of farmaceutisch gebruik bestemd zijn;
- 27.
‘zending sperma, oöcyten of embryo's’ of ‘zending levende producten’: een hoeveelheid sperma, oöcyten, in vivo verkregen embryo's of in vitro geproduceerde embryo's die zijn verzonden uit één enkele erkende inrichting voor levende producten die onder één enkel diergezondheidscertificaat valt;
- 28.
‘sperma’: het onbewerkte, bewerkte of verdunde ejaculaat van een of meer dieren;
- 29.
‘oöcyten’: de haploïde stadia van de oötidogenese, met inbegrip van secundaire oöcyten en eicellen;
- 30.
‘embryo’: het eerste ontwikkelingsstadium van een dier dat geschikt is voor transplantatie naar een ontvangerdier;
- 31.
‘erkende inrichting voor levende producten’: een spermawinningscentrum, embryowinningsteam, embryoproductieteam, verwerkingsinrichting voor levende producten of opslagcentrum voor levende producten;
- 32.
‘dierenarts van het centrum’: de dierenarts die verantwoordelijk is voor de activiteiten in het spermawinningscentrum, de verwerkingsinrichting voor levende producten of het opslagcentrum voor levende producten zoals bepaald in deze verordening;
- 33.
‘teamdierenarts’: de dierenarts die verantwoordelijk is voor de activiteiten van een embryowinningsteam of een embryoproductieteam zoals bepaald in deze verordening;
- 34.
‘quarantainevoorziening’: een door de bevoegde autoriteit erkende voorziening om runderen, varkens, schapen of geiten gedurende ten minste 28 dagen vóór zij tot een spermawinningscentrum worden toegelaten, te isoleren;
- 35.
‘spermawinningscentrum’: een inrichting voor levende producten die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de winning, de verwerking, de opslag en het vervoer van sperma van runderen, varkens, schapen, geiten of paardachtigen, bestemd voor binnenkomst in de Unie;
- 36.
‘embryowinningsteam’: een inrichting voor levende producten die bestaat uit een groep beroepsbeoefenaars of een structuur die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de winning, de verwerking, de opslag en het vervoer van oöcyten of in vivo verkregen embryo’s, bestemd voor binnenkomst in de Unie;
- 37.
‘embryoproductieteam’: een inrichting voor levende producten die bestaat uit een groep beroepsbeoefenaars of een structuur die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de winning, de verwerking, de opslag en het vervoer van oöcyten en de productie in vitro, in voorkomend geval met opgeslagen sperma, de verwerking, de opslag en het vervoer van embryo's, in beide gevallen bestemd voor binnenkomst in de Unie;
- 38.
‘verwerkingsinrichting voor levende producten’: een inrichting voor levende producten die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de verwerking, in voorkomend geval met inbegrip van het sorteren van sperma op geslacht, en de opslag van sperma, oöcyten of embryo's van één of meer soorten, of een combinatie van die typen levende producten of soorten, bestemd voor binnenkomst in de Unie;
- 39.
‘opslagcentrum voor levende producten’: een inrichting voor levende producten die door de bevoegde autoriteit is erkend voor de opslag van sperma, oöcyten of embryo's van een of meer soorten, of een combinatie van die typen levende producten of soorten, bestemd voor binnenkomst in de Unie;
- 40.
‘vlees’: alle delen van hoefdieren, pluimvee en vederwild die geschikt zijn voor menselijke consumptie, met inbegrip van bloed;
- 41.
‘vers vlees’: vlees, gehakt vlees en vleesbereidingen, ook vacuümverpakt of in CA-verpakking (gecontroleerde atmosfeer), dat/die buiten de koel- of vriesbehandeling geen enkele behandeling heeft/hebben ondergaan;
- 42.
‘karkas van een hoefdier’: het hele geslachte of gedode hoefdier na:
- a)
uitbloeding, in het geval van geslachte dieren;
- b)
verwijdering van de ingewanden;
- c)
verwijdering van de ledematen ter hoogte van de carpus en de tarsus;
- d)
verwijdering van de staart, de uier, de kop en de huid, behalve bij varkens;
- 43.
‘slachtafval’: vers vlees dat geen deel uitmaakt van een karkas van een hoefdier, ook indien het op natuurlijke wijze met het karkas verbonden blijft;
- 44.
‘vleesproducten’: verwerkte producten, met inbegrip van behandelde magen, blazen, darmen, gesmolten dierlijke vetten en vleesextracten, die zijn verkregen door verwerking van vlees of door verdere verwerking van dergelijke verwerkte producten, zodat op het snijvlak kan worden geconstateerd dat het product niet langer de kenmerken van vers vlees bezit;
- 45.
‘casings’: blazen en darmen die na het reinigen zijn verwerkt door middel van afschrapen van het weefsel, ontvetten en wassen en na het zouten zijn gedroogd;
- 46.
‘colostrum’: de vloeistof die gedurende drie à vijf dagen na het werpen wordt uitgescheiden door de melkklieren van gehouden dieren, rijk is aan antilichamen en mineralen en voorafgaat aan de productie van rauwe melk;
- 47.
‘producten op basis van colostrum’: verwerkte producten die zijn verkregen door verwerking van colostrum of door verdere verwerking van dergelijke verwerkte producten;
- 48.
‘schip met leeftank’: een schip met leeftank zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990 van de Commissie (1);
- 49.
‘Imsoc’: het informatiemanagementsysteem voor officiële controles zoals bedoeld in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (2).
- 50.
‘dierenasiel’: een inrichting waar voormalige zwervende, verwilderde, verloren, achtergelaten of in beslag genomen landdieren waarvan de gezondheidsstatus op het moment van binnenkomst in de inrichting niet altijd bekend is, worden gehouden;
- 51.
‘tegen vectoren beschermde inrichting’: alle faciliteiten of delen van faciliteiten van een inrichting die door middel van passende fysieke en beheersmiddelen beschermd zijn tegen aanvallen van, naargelang het geval, Culicoides spp. of Culicidae, waarbij aan die inrichting door de bevoegde autoriteit de status van tegen vectoren beschermde inrichting is verleend en die inrichting aan de criteria van bijlage XI, punt 3, voldoet.
Voetnoten
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/990 van de Commissie van 28 april 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de diergezondheids- en certificeringsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van waterdieren en producten van dierlijke oorsprong van waterdieren (PB L 221 van 10.7.2020, blz. 42).
Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).