Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/252
Antilliaanse zaak. Klachten over de bewezenverklaring van voorbedachte raad en opzet, de kwalificatie als bedoeld in art. 3 lid 1 Vuurwapenwet BES en het oordeel dat van noodweer(exces) geen sprake is. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 23-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:149
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs.Ā W.A.M.Ā vanĀ Schendel, V.Ā vanĀ denĀ Brink, A.L.J.Ā vanĀ Strien
- Zaaknummer
15/04576 A
- Conclusie
A-GĀ mr.Ā T.N.B.M.Ā Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:149, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23ā01ā2018
ECLI:NL:PHR:2017:1505, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05ā12ā2017
Essentie
Antilliaanse zaak. Klachten over de bewezenverklaring van voorbedachte raad en opzet, de kwalificatie als bedoeld in art. 3 lid 1 Vuurwapenwet BES en het oordeel dat van noodweer(exces) geen sprake is. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
23 januari 2018
Strafkamer
nr. S 15/04576 A
AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, CuraƧao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, van 25 september 2015, nummer H 18/15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.