Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/283
Medeplegen opzettelijk vervoeren van 5 kg hennep (art. 3 onder B Opiumwet). Bewijsklacht medeplegen. Hof heeft in zijn bewijsoverweging gemotiveerd op grond waarvan naar zijn oordeel het medeplegen van het opzettelijk vervoeren van de vijf kg hennep bewezen is. Kennelijk oordeel van hof dat de door hem in aanmerking genomen feiten en omstandigheden in hun onderling verband en samenhang voldoende zijn om te kunnen spreken van een bewuste en nauwe samenwerking van verdachte met zijn medeverdachten die naar het oordeel van hof in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van het delict, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping. Samenhang met 20/02295 (RvdW 2022/285).
HR 22-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:288
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/02272
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:288, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑02‑2022
Essentie
Medeplegen opzettelijk vervoeren van 5 kg hennep (art. 3 onder B Opiumwet). Bewijsklacht medeplegen. Hof heeft in zijn bewijsoverweging gemotiveerd op grond waarvan naar zijn oordeel het medeplegen van het opzettelijk vervoeren van de vijf kg hennep bewezen is. Kennelijk oordeel van hof dat de door hem in aanmerking genomen feiten en omstandigheden in hun onderling verband en samenhang voldoende zijn om te kunnen spreken van een bewuste en nauwe samenwerking van verdachte met zijn medeverdachten die naar het oordeel van hof in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van het delict, getuigt niet van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.