Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom
Artikel 21 Invoer en ontvangst
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2005
- Bronpublicatie:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Inwerkingtreding
20-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
Energierecht (V)
1.
De in artikel 3, lid 1, eerste alinea, bedoelde personen of ondernemingen stellen de Commissie vooraf in kennis wanneer grondstoffen of bijzondere splijtstoffen:
- a)
uit een derde land worden ingevoerd;
- b)
in een lidstaat die niet over kernwapens beschikt, worden ontvangen uit een lidstaat die over kernwapens beschikt;
- c)
in een lidstaat die over kernwapens beschikt, worden ontvangen uit een lidstaat die niet over kernwapens beschikt.
2.
De voorafgaande kennisgeving is alleen vereist:
- a)
wanneer de verzending meer dan één kilogram effectief inhoudt;
of
- b)
wanneer een installatie uit een zelfde land een totale hoeveelheid materiaal invoert of ontvangt die over een willekeurige periode van twaalf achtereenvolgende maanden meer dan één kilogram effectief kan bedragen, hoewel geen van de afzonderlijke verzendingen meer dan één kilogram effectief inhoudt.
3.
De kennisgeving geschiedt zo lang mogelijk vóór de verwachte datum van aankomst van het materiaal en uiterlijk op de datum van ontvangst, aan de hand van het formulier in bijlage VII, en moet ten minste vijf werkdagen voordat het materiaal worden uitgepakt, in het bezit van de Commissie zijn.
4.
Indien dit om redenen van fysieke bescherming noodzakelijk is, kunnen met de Commissie bijzondere regels voor de vorm en de verzending van deze kennisgeving worden overeengekomen.
5.
De leden 1 tot 4 zijn niet van toepassing op invoer en ontvangst van kerntechnisch materiaal vervat in afvalstoffen of ertsen.