Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/709
Art. 81 RO met verwijzing naar BZ8902 van 14 mei 2013.
HR 14-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9939
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 mei 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/00919
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- LJN
BZ9939
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ9939, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9939, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑04‑2013
Essentie
Art. 81 RO met verwijzing naar BZ8902 van 14 mei 2013.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 juni 2011, nummer 22/004053-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. C.W. Noorduyn, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bij arrest van 10 juni 2011, de verdachte vrijgesproken van het haar ten laste gelegde voor zover aan 's hofs oordeel onderworpen.
2.
Namens het openbaar ministerie heeft mr. M.E. de Meijer, advocaat-generaal bij het ressortsparket te 's-Gravenhage, cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.