Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/701
Doorbreking verschoningsrecht van behandelaar driejarig kind.
HR 14-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9943
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 mei 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/01824 B
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- LJN
BZ9943
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9943, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ9943, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑05‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2012
- Wetingang
Essentie
Vader wordt verdacht van seksueel misbruik jegens zijn toen driejarige zoon R. Klaagster, bij wie R. in behandeling was, verzet zich, met een beroep op haar verschoningsrecht, tegen de afgifte van opnames van een speltherapie waarin R. zou hebben verteld over het misbruik.
De rechtbank kon oordelen dat voorshands aan R.’s belang geen contra-indicaties vallen te ontlenen voor het aannemen van zeer uitzonderlijke omstandigheden die doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigen. De ernst van de feiten waarvan de vader wordt verdacht is van dien aard dat (mede) gelet op de uit art. 3 en 8 EVRM voortvloeiende verplichting tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.