Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/202
Beklag, beslag ex art. 94 Sv en art. 94a Sv op geldbedrag onder een ander t.z.v. verduistering. De klacht dat de beschikking innerlijk tegenstrijdig, althans onbegrijpelijk en/of niet toereikend is gemotiveerd, slaagt op de gronden vermeld in de CAG (onder meer: de vaststellingen van de Rb. dat enerzijds het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag en anderzijds dat er geen strafvorderlijk belang bestaat, rijmen niet met elkaar). Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 21-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:89
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/03507
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:89, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1206, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv en art. 94a Sv op geldbedrag onder een ander t.z.v. verduistering. De klacht dat de beschikking innerlijk tegenstrijdig, althans onbegrijpelijk en/of niet toereikend is gemotiveerd, slaagt op de gronden vermeld in de CAG (onder meer: de vaststellingen van de Rb. dat enerzijds het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag en anderzijds dat er geen strafvorderlijk belang bestaat, rijmen niet met elkaar). Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03507 B
Datum 21 januari 2020
BESCHIKKING
op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.