De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/12.9.2:12.9.2 Het belang van de kwalificatie als einduitspraak oftussenuitspraak
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/12.9.2
12.9.2 Het belang van de kwalificatie als einduitspraak oftussenuitspraak
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS374662:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Art. 337 lid 2 Rv.
Art. 337 lid 2 Rv.
Zie voor de argumentatie nader: Asser Procesrecht/Bakels, Hammerstein & Wesseling-Van Gent, 2009, nr. 30.
Art. 337 lid 2 Rv.
Art. 337 lid 2 Rv.
HR 16 april 1993,NJ 1993, 654, r.o. 3.2 (Van der Belt/De OpenAnkh); HR 7 mei 1993, NJ 1993, 655, r.o. 3.6(Meulen/Keijsers).
Art. 355 lid 1 Rv.
HR 24 september 1993, NJ 1994, 299(Van de Rakt/Veltman).
Art. 356 Rv.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Van belang is derhalve, of een veroordeling tot verstrekking van bescheiden kwalificeert als tussenuitspraak of einduitspraak. Die kwalificatie als tussenuitspraak of einduitspraak is van belang voor drie onderwerpen.
In de eerste plaats is de kwalificatie van belang voor de appeltermijn. Tegen een einduitspraak kan en moet1 meteen appel ingesteld worden. Tegen een tussenuitspraak kan in beginsel slechts appel ingesteld worden tezamen met het appel tegen een einduitspraak.2 De ratio van dit onderscheid ligt daarin, dat de wetgever zoveel mogelijk wilde bevorderen dat de procedure in eerste aanleg in principe volledig wordt afgerond.3 Daarom wilde wetgever - anders dan in het verleden - partijen in beginsel niet de gelegenheid bieden om over elke beslissing waar zij het niet mee eens zijn aanstonds in beroep te gaan.
In de tweede plaats is de kwalificatie van belang voor de vraag, of een appel beperkt moet blijven tot de aangevochten uitspraak of ook uitgebreid kan worden met bezwaren tegen eerdere uitspraken. Bij het appel tegen een einduitspraak kan ook geappelleerd worden tegen eerdere tussenuitspraken.4 Bij het appel tegen een tussenuitspraak kan slechts geappelleerd worden tegen de uitspraak waarvoor toestemming is verleend om hoger beroep in te stellen.5 Doordat het debat beperkt kan blijven tot het punt, waarover het debat is toegestaan, wordt het debat zo min mogelijk vertraagd.
In de derde plaats is de kwalificatie van belang voor de vraag, of het hof de behandeling van het appel aan zich moet houden, nadat het de bezwaren tegen de bestreden uitspraak heeft beoordeeld. Voor einduitspraken die geen onbevoegd verklaring inhouden, geldt, dat het hof de behandeling van de zaak hoe dan ook aan zich moet houden.6 Voor tussenuitspraken geldt, dat het hof meer ruimte heeft om de behandeling in twee feitelijke instanties te waarborgen: na bekrachtiging dient het hof de zaak terug te wijzen, tenzij partijen beiden anders willen of de zaak in staat van wijzen is.7 Bij vernietiging kan het hof naar eigen inzicht8 kiezen voor terugwijzen of aan zich houden.9