De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/12.10:12.10 Samenvatting
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/12.10
12.10 Samenvatting
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS375922:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wil de aanspraak op bescheiden geldend gemaakt kunnen worden, dan dient daartoe ook een bevel verkregen te kunnen worden. Dat kan zowel op verzoek van een partij als ambtshalve door de rechter gegeven worden. Wat mij betreft blijft voor de hand liggen dat het initiatief voor het bepalen van het feitelijk kader allereerst bij partijen ligt én ligt voor de hand dat het bevel op verzoek aan dezelfde eisen getoetst moet worden als het ambtshalve gegeven bevel. De rechtspraak laat zien, dat de exhibitieplicht op verzoek van een partij geldend gemaakt kan worden zowel in als buiten rechte en zowel in een dagvaardings- als in een verzoekschriftprocedure.
Voor de ontwikkeling van de exhibitieplicht is in het bijzonder van belang geweest, dat een vordering tot verstrekking van bescheiden bij wege van incident kan worden ingediend zonder dat tegelijkertijd inhoudelijk gereageerd behoeft te worden. De exhibitieplicht zou nog verder tot wasdom kunnen komen, wanneer verstrekking van bescheiden ook als voorlopige bewijsmaatregel gevraagd kan worden op gelijke wijze als - bijvoorbeeld - een voorlopig getuigenverhoor gevraagd kan worden. Thans is dat nog niet mogelijk: een zelfstandig verzoek tot verstrekking van bescheiden kan niet ingediend worden en het verzoek kan evenmin ingediend worden als nevenverzoek bij andere voorlopige bewijsmaatregelen. Er is slechts één uitzondering: de wet Deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdens-schade voorziet in de mogelijkheid om een deelgeschil over verstrekking van bescheiden aan de rechter voor te leggen. Wenselijk is, dat de mogelijkheid om bescheiden los van een bodemprocedure op te vragen voor alle geschillen wordt geïntroduceerd, vanzelfsprekend met beperkingen die voorkomen dat te vroeg te veel bescheiden gevraagd kunnen worden.
Over de vraag, of een uitspraak in een incident over verstrekking van bescheiden kwalificeert als eind- of tussenuitspraak, is aanvankelijk verschillend gedacht. Inmiddels is duidelijk dat sprake is van een tussenuitspraak, waardoor debat over verstrekking van bescheiden op dezelfde wijze wordt behandeld als een discussie of al dan niet een getuigenverhoor of deskundigenbericht dient plaats te vinden.