Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen [Vertaling]
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 30-08-1975
- Redactionele toelichting
Het Maandbericht van oktober 2008 is verwerkt.
- Bronpublicatie:
29-12-1972, Trb. 1973, 172 (uitgifte: 19-12-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1977, Trb. 1977, 182 (uitgifte: 23-12-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Verdrag van 29 december 1972
De Verdragsluitende Partijen bij dit Verdrag,
Erkennende dat het mariene milieu en de daarvan levende organismen van uitzonderlijk gewicht zijn voor de mensheid en dat de gehele mensheid er belang bij heeft dat dit milieu zodanig wordt beheerd dat zijn eigenschappen en zijn bronnen niet worden aangetast;
Erkennende dat het vermogen van de zee afval op te nemen en onschadelijk te maken en haar mogelijkheden om het leven van de natuurlijke bronnen te hernieuwen niet onbegrensd zijn;
Erkennende dat de Staten, krachtens het Handvest der Verenigde Naties en de beginselen van het volkenrecht, het soevereine recht hebben hun eigen bronnen te exploiteren volgens hun eigen milieubeleid en dat het hun plicht is er op toe te zien dat de binnen hun rechtsmacht of onder hun controle uitgeoefende werkzaamheden geen schade berokkenen aan het milieu van andere Staten of van buiten hun nationale rechtsgebied gelegen gebieden;
Herinnerend aan Resolutie 2749 (XXV) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties inzake de beginselen die van toepassing zijn op de buiten de nationale rechtsmacht gelegen zee- en oceaanbodem en de ondergrond daarvan;
Vaststellende dat de verontreiniging van de zee talrijke oorzaken heeft, zoals het storten en het lozen via dampkring, rivieren, estuaria, open afvoeren en pijpleidingen, en dat het van belang is dat de Staten de daarvoor het meest in aanmerking komende middelen aanwenden ter voorkoming van zodanige verontreiniging en produkten en methoden ontwikkelen die de hoeveelheid te vernietigen schadelijk afval beperken;
Ervan overtuigd dat internationale maatregelen onverwijld kunnen en moeten worden genomen ten einde de verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten te bestrijden, maar dat dit een onderzoek van maatregelen ter bestrijding van andere bronnen van verontreiniging zodra dit mogelijk is niet moet verhinderen; en
Vervuld van de wens de bescherming van het mariene milieu te verbeteren, door de Staten die in bepaalde geografische gebieden een gemeenschappelijk belang hebben, aan te moedigen daartoe geëigende overeenkomsten te sluiten ter aanvulling van dit Verdrag;
Zijn overeengekomen als volgt:
Verdragpartijgroep