Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 382
HR, 27-02-2009, nr. C07/165HR
HR 27-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG6230
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 februari 2009
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/165HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BG6230
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG6230, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG6230, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑02‑2009
Essentie
Geding na verwijzing; grenzen rechtsstrijd.
Vervolg op HR 20 februari 2004, NJ 2004, 254. Het stond het hof vrij de door thans verweerder in cassatie overgelegde producties te betrekken bij zijn beoordeling van het bewijs dat uit de getuigenverklaringen volgde, nu deze producties volgens de in cassatie onbestreden vaststelling van het hof betrekking hadden op al voor de verwijzing door de Hoge Raad (waarmee het hof kennelijk bedoelt: vóór de cassatieinstantie) ingenomen stellingen.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. A.H. Vermeulen en mr. C.S.G. Janssens,
tegen
[Verweerder], te [woonplaats], verweerder in cassatie, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.