Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
4.2.5 Uitleg begrip ‘jaren’
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
In artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel b, onder 3°, Wet IB 2001, is bepaald welke mogelijkheden er zijn om na overlijden een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht te gebruiken voor uitkeringen aan onder meer kinderen die jonger zijn dan 30 jaar. Hierbij merk ik op dat het begrip ‘jaren’ niet wordt opgevat als hele jaren, zodat uitkeringen uit de lijfrenterekening of het lijfrentebeleggingsrecht mogen eindigen op het tijdstip waarop het kind de 30-jarige leeftijd bereikt.