Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1203
Faillissement. Vereiste van pluraliteit van schuldeisers; gelden vorderingen van onderdelen en organen van de Staat als vorderingen van dezelfde schuldeiser, de Staat?; steunvordering van de ontvanger of de belastingdienst.
HR 26-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1988
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/06098
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1988, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2017
- Wetingang
Art. 1:1 lid 4, art. 4:85 lid 1 onder a, art. 4:124 Awb; art. 2:1 lid 1 BW; art. 2 lid 1 aanhef en onder i, art. 3 lid 2 Invorderingswet 1990
Essentie
Faillissement. Vereiste van pluraliteit van schuldeisers; gelden vorderingen van onderdelen en organen van de Staat als vorderingen van dezelfde schuldeiser, de Staat?; steunvordering van de ontvanger of de belastingdienst.
Organen en onderdelen van de Staat, zoals de Ontvanger en de Belastingdienst, bezitten geen rechtspersoonlijkheid. Hun vorderingen hebben voor de toepassing van de Faillissementswet te gelden als vorderingen van een en dezelfde schuldeiser, de Staat. Hieruit volgt dat evenmin grond bestaat om te aanvaarden dat vorderingen van de Ontvanger of de Belastingdienst als steunvordering kunnen dienen bij een faillissementsaanvraag van de Staat die betrekking heeft op het onvoldaan blijven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.