Rb. Gelderland, 03-12-2021, nr. C/05/391492 / FZ RK 21-2123
ECLI:NL:RBGEL:2021:6592
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
03-12-2021
- Zaaknummer
C/05/391492 / FZ RK 21-2123
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2021:6592, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 03‑12‑2021; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Beschikking)
Uitspraak 03‑12‑2021
Inhoudsindicatie
Wijziging geboorteakte naar ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’ en wijziging van de voornaam.
Partij(en)
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: C/05/391492 / FZ RK 21-2123
Datum uitspraak: 3 december 2021
beschikking voornaamswijziging tevens verbetering geboorteakte
naar aanleiding van het verzoek van
[naam verzoeker] ,
verder te noemen: verzoeker,
wonende te [woonplaats] ,advocaat: mr. K.S.M. Smienk te Vught,
Als belanghebbende ter zake de verbetering van de geboorteakte worden aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] (nader te noemen: de ambtenaar),
de Officier van Justitie
in het arrondissementsparket Oost-Nederland.
Het verloop van de procedure
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 20 juli 2021;
- de brief van de officier van justitie van 5 augustus 2021;
- de brief van de ambtenaar van 6 augustus 2021;
- het journaalbericht van mr. K.S.M. Smienk met bijlage van 30 september 2021;
- de brief van de ambtenaar van 15 oktober 2021;
- het gewijzigde verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 12 november 2021;
- de brief van mr. K.S.M. Smienk van 13 november 2021;
- de brief van mr. K.S.M. Smienk van 15 november 2021.
Tijdens de mondelinge behandeling van 18 november 2021 zijn gehoord :
- verzoeker, bijgestaan door mr. K.S.M. Smienk.
De feiten
Verzoeker is op [geboortedatum] te [geboorteplaats] geboren.
Op [datum] [geboortejaar] is door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] ten behoeve van verzoeker een geboorteakte opgemaakt met aktenummer [nummer] . Op de geboorteakte staat verzoeker vermeld als ‘ [naam verzoeker] ’. Bij geslacht is opgenomen ‘F (vrouwelijk)’.
Het verzoek
De rechtbank zal, net zoals de advocaat van verzoeker heeft gedaan, naar verzoeker verwijzen met ‘die’ als voornaamwoord en ‘diens’ gebruiken als bezittelijk voornaamwoord.
Verzoeker verzoekt de rechtbank (bij gewijzigd verzoek) primair om, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een ambtenaar van de gemeente [gemeente] te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van verbetering van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘niet [is] kunnen worden vastgesteld’;
II. te bepalen dat diens voornamen gewijzigd worden in de voornamen ‘ [nieuwe voornamen verzoeker] ’ en een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] te gelasten om deze wijziging in de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) toe te voegen.
Verzoeker verzoekt de rechtbank subsidiair om:
III. een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] te gelasten om aan de geboorteakte ingeschreven in het register van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] (aktenummer: [nummer] ) een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht ‘X’ zal zijn.
De standpunten van belanghebbenden
De officier van justitie heeft geen inhoudelijk standpunt ingenomen inzake de verzoeken.
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] heeft aangegeven dat verzoeker een verklaring van een specialistisch arts of psycholoog dient te overleggen, waarin staat dat deze specialist overtuigd is van de gendernonconforming, voordat de geboorteakte kan worden verbeterd. De ambtenaar stelt dat voor verzoeken, waarin gevraagd wordt de geslachtsaanduiding op de geboorteakte te wijzigen in ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’, aansluiting wordt gezocht bij artikel 1:28 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Dit blijkt ook uit de voorgestelde wetswijziging van artikel 1:28 BW, die op dit moment bij de Tweede Kamer in behandeling is. Het huidige artikel 1:28a BW vereist een deskundigenverklaring. Het is niet aan de ambtenaar om een ander advies uit te brengen dan wat de geldende wet- en regelgeving op dit moment voorschrijft.
Beoordeling
Deze rechtbank is bevoegd om van het verzoek kennis te nemen omdat verzoeker diens woonplaats heeft in het arrondissement van deze rechtbank.
De geboorteakte
De rechtbank overweegt als volgt. Anders dan de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft aangegeven baseert verzoeker diens verzoek op basis van artikel 1:19d BW. Op grond van artikel 1:19d BW is het mogelijk om, in het geval dat het geslacht van het kind (om medische redenen) twijfelachtig is, in de geboorteakte de vermelding op te nemen dat het geslacht van het kind niet is kunnen worden vastgesteld. Hiervan is bij verzoeker geen sprake.
Verzoeker baseert diens verzoek op het feit dat er sprake is van genderdysforie, waarbij het gender waarmee die geboren is niet past bij hoe die zich voelt en wil uiten. Verzoeker identificeert zich niet met een gender. Verzoeker is ook aangemeld voor behandeling bij het Genderteam Zuid-Nederland.
Verzoeker heeft voor de toewijsbaarheid van diens verzoek onder meer verwezen naar de uitspraken van de Hoge Raad van 30 maart 2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ5686), de rechtbank Limburg van 28 mei 2018 (ECLI:NL:RBLIM:2018:4931), de rechtbank Noord-Nederland van 24 juli 2019 (ECLI:NL:RBNNE:2019:3437) de rechtbank Midden-Nederland van 10 februari 2020 (ECLI:NL:RBMNE:2020:550), de rechtbank Den Haag van 13 april 2021 (ECLI:NL:RBDHA:2021:3907) en de rechtbank Midden-Nederland van 28 april 2021 (ECLI:NL:RBMNE:2021:4549).
De rechtbank Rotterdam heeft in haar uitspraak van 12 november 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:11028) uiteengezet welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden sinds de laatste keer dat het ontbreken van een wettelijke regeling [voor hen] die de innerlijke overtuiging hebben niet tot het vrouwelijke of mannelijke geslacht te behoren door de Hoge Raad is beoordeeld in 2007.
De rechtbank is van oordeel dat het individuele belang bij juridische erkenning van de genderidentiteit in de jaren na het arrest van de Hoge Raad van 2007 in zodanige mate zwaarder is gaan wegen dat het algemeen belang bij handhaving van de huidige wettelijke regeling daar niet langer tegen opweegt.
Gelet op de door verzoeker overgelegde stukken acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd en is zij van oordeel dat er sprake is van een ambivalent geslacht bij verzoeker. Verzoeker heeft voldoende onderbouwd dat die zich man noch vrouw voelt. Diens belang tot verbetering van de geboorteakte weegt zwaarder dan het algemene belang tot handhaving van de huidige wettelijke regeling.
De rechtbank zal daarom het (primaire) verzoek onder I. toewijzen en de ambtenaar gelasten op te nemen dat ‘het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld’, overeenkomstig artikel 1:19d BW.
Wijziging van de voornamen
Artikel 1:4 lid 4 BW bepaalt dat wijziging van de voornaam op verzoek van de betrokken persoon kan worden gelast door de rechtbank. Voor wijziging van de voornaam moet er een zwaarwegend belang zijn.
De rechtbank overweegt dat uit het verzoekschrift en de daarbij behorende bijlagen blijkt dat verzoeker een zwaarwegend belang heeft bij wijziging van diens voornaam. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen identificeert verzoeker zich niet met een gender. Verzoeker wil daarom graag een genderneutrale naam die past bij diens genderidentiteit.
De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW. Verzoeker gebruikt de gevraagde voornamen ook al in het dagelijks leven. De rechtbank zal het (primaire) verzoek onder II. tot wijziging van de voornamen naar ‘ [nieuwe voornamen verzoeker] ’ dan ook toewijzen.
Subsidiair verzoek
Nu de primaire verzoeken van verzoeker zijn toegewezen zal de rechtbank het subsidiaire verzoek van verzoeker afwijzen.
Beslissing
De rechtbank:
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] om te verbeteren de geboorteakte met nummer [nummer] van [naam verzoeker] , ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente [gemeente] van het jaar [geboortejaar] , inhoudende dat waar staat ‘vrouwelijk’, gelezen dient te worden ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’;
gelast de wijziging van de voornaam van [naam verzoeker] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , in die zin dat de voornamen zullen luiden ‘[nieuwe voornamen verzoeker]’;
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te [gemeente] zal zenden zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Kuijpers, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.A.M. Rasing als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2021. | ||
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.