Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/7.4.3.1:7.4.3.1 Algemeen
Archief
Smartengeld 1998/7.4.3.1
7.4.3.1 Algemeen
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De keuze voor een bepaald smartengeldniveau is uiteindelijk in hoge mate willekeurig. Zij is niet het resultaat van een logische en rationele redenering, doch kan slechts worden bepaald 'using a broad axe with a blunt edge'.1 Daarbij laten zich slechts uiterst ruwe grenzen aangeven, enerzijds door de gedachte dat bedragen worden geacht een afspiegeling te vormen van de ernst van het leed van de gelaedeerde, waardoor zij niet symbolisch laag behoren te zijn, anderzijds door de gedachte dat wat 'onbetaalbaar' is rüettemin binnen de grenzen van het betaalbare moet blijven. Dat betekent dat de keuze dient te worden bepaald binnen het - ruime - spanningsveld tussen de mede door culturele en economische aspecten bepaalde maatschappelijke waardering van menselijk leed enerzijds en de - eveneens mede door culturele en economische aspecten bepaalde - grenzen aan verzekerbaarheid van maatschappelijke activiteiten zoals bijvoorbeeld het autoverkeer anderzijds.2 Die keuze is niet aan de wetenschap(per), maar aan de rechter of eventueel aan de wetgever. Niettemin zullen hier enkele opmerkingen worden gemaakt over de relevantie van de situatie in andere landen op dit punt, over de invloed van geldontwaarding en over de vraag of minimum- of maximumbedragen op hun plaats zijn.