Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/562
Verwerping beroep op noodweer niet zonder meer begrijpelijk.
HR 14-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:512
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/05143
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS199529:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:512, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Noodweer; oordeel dat niet is voldaan aan proportionaliteitseis is niet zonder meer begrijpelijk.
Samenvatting
Nadat verdachte eerst door aangever was geslagen, heeft verdachte hem met een keukenmes in diens arm gestoken. Het hof heeft geoordeeld dat weliswaar sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding waartegen verdachte zich mocht verdedigen, maar dat hem geen beroep op noodweer toekomt, nu niet is voldaan aan de proportionaliteitseis omdat het steken met een keukenmes door verdachte ‘in geen enkele verhouding’ tot ‘de ernst van de aanranding’ stond. Dat oordeel is niet zonder meer begrijpelijk gelet op wat door de verdediging is aangevoerd over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.