Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/345:345 Grondslag voor de toedeling van het bewijsrisico
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/345
345 Grondslag voor de toedeling van het bewijsrisico
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691428:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Verschillende auteurs duidden deze bewijslasttoedeling ver vóór het arrest FAR Trading/Edo (2014) reeds als een bijzondere ongeschreven regel: Asser 1992/43, Ernes & Sijmonsma 2004, Beenders 2008 en Beenders 2009, Bellaart & Alink 2011, M.H. Wissink in zijn conclusie vóór het arrest HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO2873 (randnr. 2.18.1-2.18.3) en H.W. Wiersma in zijn noot bij HR 16 april 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2229, NJ 2010/229, JBPr 2010/45 (wrongful birth).
Asser 1992/43 (Asser Procesrecht/Asser 3 2023/294).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een andere verdeling van de bewijslast dan op grond van de hoofdregel kan voortvloeien uit een bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid (art. 150 Rv, de ‘tenzij’-zinsnede). Een bijzondere regel kan geschreven of ongeschreven zijn. Bij de besproken specifieke wetsbepalingen kan de grondslag voor de toedeling worden gevonden in art. 150 Rv: op grond van een bijzondere ongeschreven regel.1 Omkering op grond van een ongeschreven bijzondere regel vindt plaats indien toepassing van de hoofdregel afbreuk zou doen aan de strekking van het materiële recht. In de verdeling van het bewijsrisico wordt ingegrepen om zo de handhaving van de materiële norm te waarborgen.2 Deze stelplicht- en bewijslastverdeling kan worden verdedigd door de strekking en/of de formulering van de wettelijke regeling (de beschermingsgedachte) doorslaggevend te achten voor de bewijslastverdeling. Geen afbreuk mag worden gedaan aan de bescherming die door de bepaling wordt beoogd. Zou het bewijsrisico bij de andere partij rusten, dan wordt de verwezenlijking van de materiële norm in gevaar gebracht en dat zou onwenselijk zijn. Normatieve gezichtspunten hebben bij de beslissing omtrent de stelplicht- en bewijslastverdeling bij de genoemde wetsartikelen de doorslag gegeven. Een afwijking van de hoofdregel op grond van een bijzondere ongeschreven rechtsregel werkt door in de procesposities van partijen; partijen zullen hun stellingen en verweer daarop moeten instellen. De vraag of een dergelijke bijzondere ongeschreven regel bestaat, is een rechtsvraag.
De Hoge Raad kan toetsen of een bijzondere rechtsregel is toegepast op grond waarvan moet worden afgeweken van de gewone regel van stelplicht- en bewijslastverdeling.