Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen
Artikel 19 Kenmerken van de satellietvolgapparatuur
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2015
- Bronpublicatie:
28-10-2015, PbEU 2015, L 287 (uitgifte: 31-10-2015, regelingnummer: 2015/1962)
- Inwerkingtreding
20-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2015, PbEU 2015, L 287 (uitgifte: 31-10-2015, regelingnummer: 2015/1962)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
De satellietvolgapparatuur die is geïnstalleerd aan boord van Unievissersvaartuigen, moet ervoor zorgen dat geregeld en automatisch de volgende gegevens aan het VCC van de vlaggenlidstaat worden doorgegeven:
- a)
de identificatiegegevens van het vissersvaartuig;
- b)
de meest recente geografische positie van het vissersvaartuig, met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %;
- c)
de datum en het tijdstip (uitgedrukt in gecoördineerde universele tijd ‘UTC’) waarop de positie van het vissersvaartuig is bepaald, en
- d)
de actuele snelheid en de koers van het vissersvaartuig.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de satellietvolgapparatuur wordt voorzien van een bescherming tegen de registratie en doorgifte van foute posities, en dat de gegevens niet manueel kunnen worden veranderd.