Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 168/2013 goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers
Artikel 5 Bepaling van de massa in rijklare toestand
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2013
- Bronpublicatie:
15-01-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 168/2013)
- Inwerkingtreding
22-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 168/2013)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De massa in rijklare toestand van een voertuig van categorie L wordt bepaald door de massa van het onbeladen voertuig, klaar voor normaal gebruik, te meten inclusief de massa van:
- a)
de vloeistoffen;
- b)
de standaarduitrusting volgens de specificaties van de fabrikant;
- c)
de ‘brandstof’ in de brandstoftank(s) die tot ten minste 90 % van hun inhoud wordt (worden) gevuld.
Voor de toepassing van dit punt:
- i)
indien het voertuig met een ‘vloeibare brandstof’ wordt aangedreven, wordt deze als ‘brandstof’ beschouwd;
- ii)
indien het voertuig met een vloeibaar ‘brandstof/oliemengsel’ wordt aangedreven:
- —
indien de brandstof voor de aandrijving van het voertuig en de smeerolie voorgemengd zijn, wordt dit ‘voormengsel’ als ‘brandstof’ beschouwd,
- —
indien de brandstof voor de aandrijving van het voertuig en de smeerolie afzonderlijk worden bewaard, wordt alleen de ‘brandstof’ voor de aandrijving van het voertuig als ‘brandstof’ beschouwd, of
- iii)
indien het voertuig met een gasvormige brandstof, met een vloeibaar gemaakte gasvormige brandstof of met perslucht wordt aangedreven, kan de massa van de ‘brandstof’ in de gastank(s) op 0 kg worden vastgesteld;
- d)
de carrosserie, de cabine, de deuren, en
- e)
de ruiten, de koppelingen, het (de) reservewiel(en), alsook het gereedschap.
2.
De massa in rijklare toestand van een voertuig van categorie L is exclusief de massa van:
- a)
de bestuurder (75 kg) en de passagier (65 kg);
- b)
de machines of uitrusting die op het laadplatform is geïnstalleerd;
- c)
bij een hybride of volledig elektrisch aangedreven voertuig, de aandrijfbatterij(en);
- d)
bij een monofuel-, bifuel- of multifuelvoertuig, het gasvormigebrandstofsysteem en de opslagtanks voor gasvormige brandstof, en
- e)
bij persluchtaandrijving, de opslagtank(s) voor perslucht.