Einde inhoudsopgave
Staffelbesluit pensioenen
1.1 Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2024
- Bronpublicatie:
26-06-2024, Stcrt. 2024, 19889 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: 2024-10674)
- Inwerkingtreding
28-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2024, Stcrt. 2024, 19889 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: 2024-10674)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Dit besluit is een actualisering van het Staffelbesluit pensioenen van 20 december 2019, nr. 2019-21333, in verband met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen per 1 juli 2023. Tevens zijn de berekeningsgrondslagen geactualiseerd.
Afgezien van enkele redactionele verbeteringen, zijn de volgende wijzigingen aangebracht:
- –
De verwijzingen naar wet- en regelgeving zijn aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen.
- –
Aan bijlage IV, voorwaarde e, en bijlage V, voorwaarde d, is toegevoegd dat de eventtoets achterwege kan blijven, wanneer opgebouwde pensioenaanspraken worden omgezet in aanspraken ingevolge een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van de Pensioenwet of artikel 28 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling bedoeld in artikel 38b, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
- –
De premiestaffels in de bijlagen I en IV en de nettopremiestaffels in bijlage VII zijn berekend op basis van de meest actuele overlevingstafel.
Dit besluit is vervolgens gewijzigd bij besluit van 13 september 2023 nr. 2023-20266 (Stcrt. 2023, 25923) De wijzigingen betreffen de toevoeging van een nieuw onderdeel 9. Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. De invoering van de maatregelen van de Wet toekomst pensioenen leidt ertoe dat de minimale leeftijd voor het verwerven van pensioenaanspraken wordt verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Deze bepaling treedt in werking per 1 januari 2024. In verband met de korte invoeringstermijn wijs ik onder voorwaarden in onderdeel 9. (nieuw) regelingen die bij de toepassing van bijlagen I, IV en V, voor de werknemers met een leeftijd van 18 of 19 jaar steeds uitgaan van het percentage van de leeftijdsklasse 20 tot en met 24 aan als pensioenregeling.
Dit besluit is aanvullend gewijzigd bij besluit van 12 juni 2024, nr. 2024-10674, (Stcrt. 2024-xxxx). De wijzigingen betreffen de aanpassing van onderdeel 9.2. Daarnaast zijn de staffels in bijlage I, IV en VII uitgebreid. Ook zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. In onderdeel 9. worden onder bepaalde voorwaarden regelingen met een premieovereenkomst waarin voor werknemers van 18 jaar of 19 jaar wordt uitgegaan van het premiepercentage voor de leeftijdsklasse van 20 jaar tot en met 24 jaar, aangewezen als pensioenregeling. Onderdeel 9.2. bevat deze voorwaarden. Twee voorwaarden (voorwaarden a en c) zijn aangepast. De premiestaffels in bijlage I, IV en VII zijn uitgebreid voor werknemers die doorwerken nadat ze de leeftijd van 68 jaar hebben bereikt tot ten hoogste het moment waarop de leeftijd wordt bereikt van vijf jaar na de AOW-leeftijd.