Einde inhoudsopgave
Staffelbesluit pensioenen
8 Nettopensioenregelingen bedoeld in afdeling 5.3B van de Wet IB 2001
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Inwerkingtreding
07-07-2023, terugwerkend tot: 01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2023, Stcrt. 2023, 18466 (uitgifte: 06-07-2023, regelingnummer: 2023-13825)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Opbouw van nettopensioen is mogelijk over het bedrag dat ingevolge artikel 18ga Wet LB niet tot het pensioengevend loon behoort. De voorwaarden voor de nettopensioenregeling zijn opgenomen in afdeling 5.3B Wet IB 2001. De nettopensioenregeling voorziet in een afzonderlijke box 3-vrijstelling voor arbeidsgerelateerd nettopensioen. Voor de vormgeving en begrenzing van de box 3-vrijstelling voor nettopensioen is zo veel mogelijk aangesloten bij de regels voor beschikbare-premieregelingen van hoofdstuk IIB Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023) in combinatie met artikel 38q Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023).
De maximale omvang van de beschikbare premie voor een nettopensioen is geregeld in de artikelen 5.17a, 5.17b en 5.17c Wet IB 2001. Daar is bepaald dat de beschikbare premie voor een nettopensioen ten hoogste kan worden bepaald met inachtneming van de uitgangspunten, bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdelen a, b en c, Wet LB. In bijlage VII is een premiestaffel opgenomen die is berekend tegen een rekenrente van 4% en die kan worden gebruikt als staffel die voldoet aan de hiervoor genoemde wettelijke grondslagen. Ook is in die bijlage een premiestaffel opgenomen op basis van een rekenrente van 3% met een eventtoets en uitkeringsbegrenzing.
Onbenoemd 8.1 Aanwijzing nettopensioen op basis van een 4%-staffel
Onbenoemd 8.2 Aanwijzing nettopensioen op basis van een 3%-staffel