Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/552
Erfpacht. Kortingen op canon tijdens oorspronkelijke erfpachtperiode wegens afwijkende perceelvorm en excentrische ligging van de bedrijfsgebouwen. Had de Staat bij heruitgifte weer korting moeten toepassen? Afwijkingsbevoegdheid art. 4:84 Awb en vertrouwensbeginsel. Slagende motiveringsklachten.
HR 17-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:719
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 april 2020
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04955
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:719, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1393, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2019
Essentie
Erfpacht. Kortingen op canon tijdens oorspronkelijke erfpachtperiode wegens afwijkende perceelvorm en excentrische ligging van de bedrijfsgebouwen. Had de Staat bij heruitgifte weer korting moeten toepassen? Afwijkingsbevoegdheid art. 4:84 Awb en vertrouwensbeginsel. Slagende motiveringsklachten.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 18/04955
Datum 17 april 2020
ARREST
In de zaak van
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Rijksvastgoedbedrijf), zetelende te 's-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
hierna: de Staat,
advocaat: M.E.M.G. Peletier,
tegen
[verweerder], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
advocaat: F.I. van Dorsser.