Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 971
Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 2:248 BW. Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling; maatstaf bij schendig publicatievoorschriften ex art. 2:394 BW; bewijslastverdeling.
HR 20-10-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY7916 (Van Schilt/Jansen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/069HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AY7916
- Roepnaam
Van Schilt/Jansen
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY7916, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑10‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY7916, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2005
- Wetingang
BW art. 2:248; BW art. 2:392; BW art. 2:393; BW art. 2:394; BW art. 2:397
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid ex art. 2:248 BW. Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling; maatstaf bij schendig publicatievoorschriften ex art. 2:394 BW; bewijslastverdeling.
Onjuist is de opvatting dat de verwijzing in art. 2:248 lid 2 BW naar art. 2:394 BW slechts betrekking heeft op een gedeelte van de in laatstvermeld artikel omschreven verplichtingen. Eveneens onjuist is de opvatting dat het ontbreken van een accountantsverklaring (of de mededeling waarom deze ontbreekt) steeds als een onbelangrijk verzuim als bedoeld in de slotzin van art. 2:248 lid 2 BW moet gelden wanneer wel een jaarrekening is gepubliceerd en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.