Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 977
Verzoek ex art. 1:204 lid 3 BW tot vervangende toestemming tot erkenning kind door verwekker; maatstaf. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 20-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY6202
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/132HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AY6202
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY6202, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑10‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY6202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑08‑2006
Essentie
Verzoek ex art. 1:204 lid 3 BW tot vervangende toestemming tot erkenning kind door verwekker; maatstaf. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[De man], verblijvende in de Penitentiaire Inrichting ‘Norgerhaven’ te Veenhuizen, verzoeker tot cassatie, adv. mr. J. Groen,
tegen
[De vrouw], wonende op een geheim adres, domicilie gekozen hebbende te [plaats], verweerster in cassatie, adv. mr. L. van Hoppe.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 14 oktober 2004 ter griffie van de rechtbank te Breda ingediend verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie — verder te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.