Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 675
Niet-ontvankelijkheid (cassatie)beroep wegens berusting?
HR 30-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV3373
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 juni 2006
- Magistraten
Mrs. O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/066HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AV3373
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV3373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV3373, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2004
- Wetingang
Rv art. 400
Essentie
Niet-ontvankelijkheid (cassatie)beroep wegens berusting?
Berusting in een rechterlijke uitspraak is het te kennen geven aan de wederpartij van de wil om zich bij die uitspraak neer te leggen en aldus afstand te doen van het recht om daartegen een rechtsmiddel in te stellen. Van berusting kan dan ook slechts sprake zijn indien de in het ongelijk gestelde partij na de uitspraak jegens de wederpartij heeft verklaard dat zij zich bij de uitspraak neerlegt of een houding heeft aangenomen waaruit dit in het licht van de omstandigheden van het geval ondubbelzinnig blijkt. Dat laatste is in casu het geval. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.