V-N 2020/25.3
Coronamaatregelen verlengd tot 1 september 2020
Datum 26-05-2020
- Datum
26-05-2020
- Bronauteur
Minister van Economische Zaken en Klimaat
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS201033:1
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Inkomstenbelasting / Eigen woning
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Omzetbelasting / Tarief
Inkomstenbelasting / Winst
Voetnoten
Voetnoten
De bijzondere uitstelregeling geldt voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw), loonbelasting, kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijnzen, verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland. De bijzondere uitstelregeling is niet van toepassing op de omzetbelasting, de accijnzen, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de kolenbelasting voor zover deze belastingen worden geheven met toepassing van de douanewetgeving ter zake van de invoer.
Zoals aangekondigd in de brieven 12 maart, 17 maart, 19 maart, 2 april, en 24 april en uitgewerkt in het Besluit noodmaatregelen coronacrisis (Stcrt. 2020, 26066).
Het kabinet verlengt een aantal fiscale maatregelen die zijn getroffen in verband met de coronacrisis tot 1 september 2020, onder meer het uitstel van betaling van belastingschulden. Het kabinet verlengt de periode waarin ondernemers zich voor de uitstelregeling kunnen aanmelden, van 19 juni naar 1 september 2020. Ondernemers krijgen op eerste verzoek drie maanden uitstel van betaling. Ondernemers kunnen langer dan drie maanden uitstel van betaling krijgen, als zij aannemelijk maken dat ze door de coronacrisis in betalingsproblemen zijn gekomen. Voor uitstel langer dan drie maanden gaat bovendien de eis gelden dat de ondernemer verklaart geen dividenden en bonussen te zullen uitkeren of eigen aandelen te zullen inkopen. Bij het aflopen van het uitstel wordt ondernemers een passende betalingsregeling geboden. Uitstel van het betalen van BPM wordt in juni mogelijk gemaakt voor vergunninghouders, vanaf het tijdvak mei 2020. Ook kan uitstel van betaling worden gevraagd voor betalingsverplichtingen op grond van EU-douanewetgeving.
De verlaging van de invorderingsrente naar 0,01% wordt verlengd tot 1 oktober 2020. Ook de verlaging van de belastingrente voor alle belastingmiddelen behalve de inkomstenbelasting, die op 1 juni 2020 ingaat, wordt verlengd tot 1 oktober 2020.
Ten slotte verlengt het kabinet de volgende fiscale maatregelen tot 1 september 2020:
BTW-vrijstelling voor medische hulpgoederen;
BTW-vrijstelling voor uitlenen van zorgpersoneel;
Versoepeling van het urencriterium voor IB-ondernemers; en
Periode waarin een tijdelijk uitstel van hypotheekbetalingen met behoud van recht op hypotheekrenteaftrek kan worden aangevraagd en verleend.
Brief Minister van Economische Zaken en Klimaat van 20 mei 2020, nr. CE-AEP / 20148518
De coronacrisis trekt een zware wissel op Nederland. Al ruim twee maanden ligt een groot deel van de economie stil als gevolg van de maatregelen tegen de uitbraak van het virus. In de Kamerbrief ‘Noodpakket banen en economie’ van 17 maart jl.1 kondigde het kabinet daarom een aantal noodmaatregelen aan, bedoeld om de eerste acute en breed verspreide economische schok ten gevolge van het coronavirus en de ingestelde crisismaatregelen te dempen.
Daarbij stonden eenvoud en uitvoerbaarheid van regelingen voorop, om ondernemers, werknemers en werkgevers zo snel mogelijk soelaas te kunnen bieden en verlies van werkgelegenheid te voorkomen. Gaandeweg is het noodpakket aangevuld, zoals in diverse Kamerbrieven geschetst. Als bijlage bij deze brief treft u een overzicht van de tot nu toe genomen maatregelen aan. Inmiddels maken zo’n 114 duizend bedrijven en organisaties met in totaal ongeveer 1,9 miljoen werknemers gebruik van de NOW, doen er naar schatting 347.000 zelfstandigen een beroep op de Tozo regeling, is ruim € 700 miljoen aan steun uitgekeerd via de TOGS en hebben meer dan 100.000 ondernemers uitstel van belastingen aangevraagd.
Nu, twee maanden na de aankondiging van het noodpakket, lijkt de uitbraak van het virus voorlopig ingedamd. De samenleving en de economie worden met de routekaart in de hand geleidelijk weer opengesteld. Sommige ondernemingen kunnen hierdoor de draad oppakken, maar andere bedrijven kunnen dit maar gedeeltelijk of blijven dicht. Tegelijkertijd wordt langzaam duidelijk dat we dit jaar op een diepe recessie afstevenen, en wordt het steeds duidelijker dat die lang kan gaan duren. De economie is in het afgelopen kwartaal flink gekrompen. Wat er de komende maanden en jaren precies gaat gebeuren blijft onzeker, maar de verwachtingen van experts en kennisinstanties worden met de dag somberder. We zullen ons in elk geval moeten instellen op de anderhalvemetersamenleving, die andere bedrijfsmodellen vraagt, met een andere inzet van mensen en bedrijfsmiddelen. Maar ook als het virus volledig zou worden beheerst, bijvoorbeeld door een vaccin, zullen er fundamentele veranderingen optreden. De economie van straks is niet meer die van voor corona.
Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten diverse maatregelen uit het eerste noodpakket met drie maanden te verlengen. Daarmee beschermen we ook de komende periode banen en inkomens door getroffen bedrijven en zelfstandigen te ondersteunen. Tegelijkertijd is het niet meer realistisch dat met deze overbruggingsmaatregelen een groeiend aantal ontslagen en faillissementen voorkomen kan worden. Het kabinet ziet dat we in een nieuwe fase zijn terechtgekomen waarin de economie zich zal moeten aanpassen aan een nieuwe realiteit. Dat brengt veel onzekerheid en zorgen met zich mee, over het kunnen betalen van de rekeningen, het in dienst houden van personeel en het overeind houden van het bedrijf. Bovendien vraagt het aanpassingsvermogen van individuele bedrijven en werkenden. Het beperken van de economische schade is daarmee dus ook een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid en de samenleving. Noodpakket 2.0 bevat op verschillende punten wijzigingen ten opzichte van het eerste noodpakket om beter aan te sluiten op die nieuwe realiteit, en werknemers, ondernemers en werkgevers zo goed mogelijk te ondersteunen in dat aanpassingsproces. Het is in de visie van het kabinet belangrijk dat ondernemers op deze manier de tijd krijgen en ook nemen, om zich de komende periode te beraden op hoe zij in een veranderde samenleving in hun inkomen kunnen blijven voorzien.
Deze brief gaat allereerst in op het maatschappelijke en economische beeld, en wat dit betekent voor het beleid van het kabinet. Daarna wordt noodpakket 2.0 maatregel voor maatregel beschreven. Met deze brief geeft het kabinet ook een reactie op het verzoek van het lid Moorlag van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat van 17 april jl., en op het verzoek van het Eerste Kamerlid Vendrik van 21 april jl. aan de Staatssecretaris van Financiën. Daarnaast geeft het kabinet gevolg aan de motie van de leden Dijkhoff en Jetten en de motie van de leden Segers en Heerma, beide door uw Kamer aangenomen op 7 mei jl.
Het verantwoord openen van samenleving en economie
(…)
Economisch beeld
(…)
Noodpakket 2.0
Het kabinet verlengt diverse maatregelen uit het eerste noodpakket. Wel worden verschillende voorwaarden aangepast om ruimte te geven aan het aanpassingsvermogen van de economie. Daarmee geeft het kabinet zich rekenschap van het feit dat het virus en de economische gevolgen daarvan langer dan gehoopt bij ons blijven en we een fase ingaan waarin werkenden, bedrijven en ondernemers zich meer en meer zullen moeten voegen naar een nieuwe economische realiteit. Het kabinet wil met dit nieuwe noodpakket bedrijven en werkenden ondersteunen in het aanpassingsproces. Een belangrijk nieuwe element is dat er ook geld wordt vrijgemaakt voor scholing. Wie zijn of haar baan verliest, mag er niet alléén voor staan, maar moet kunnen rekenen op extra steun voor omscholing naar een sector met betere baankansen. Daarnaast kunnen we in algemene zin in Nederland dankbaar zijn voor een goed en ruim dekkend sociale zekerheidsstelsel. Ook voor wie werk verliest, is er een adequaat vangnet.
Het kabinet wil benadrukken dat het beperken van de economische schade en het doorstaan van deze transitie een gedeelde verantwoordelijkheid is van de overheid en de samenleving. Het is belangrijk de pijn waar mogelijk te verdelen, bijvoorbeeld door coulance bij het innen van rekeningen van getroffen partijen en sectoren. Zo hebben retailers en vastgoedeigenaren op 10 april jl. besloten om het innen van huur op te schorten tot en met juni.
Er zit een opeenvolging in de steunmaatregelen die het kabinet neemt. Allereerst wordt steun bij voorkeur geboden in de vorm van generieke steunmaatregelen. Daarbij wordt ingezet op zoveel mogelijk behoud van banen, het overbruggen van deze moeilijke periode waar dat zinvol is, en ten slotte op het bieden van vangnetten. Deze generieke maatregelen genieten de voorkeur boven sectorale- en individuele maatregelen, omdat zij zo veel mogelijk marktverstoringen voorkomen en een gelijk speelveld waarborgen. Waar blijkt dat generieke steunmaatregelen in bepaalde sectoren onvoldoende soelaas bieden, wordt sectorale steun overwogen. In verscheidene Kamerbrieven zijn sectorspecifieke maatregelen aangekondigd, en ook deze brief bevat weer nieuwe sectorale maatregelen. In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn om individuele bedrijven of organisaties te ondersteunen. Het kabinet maakt hierin een zorgvuldige afweging en stelt strikte voorwaarden aan steun aan deze bedrijven, zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 1 mei jl.. Zo zet het kabinet de buffers die de afgelopen jaren zijn opgebouwd op een zorgvuldige en afgemeten manier in.
De maatregelen die binnen het noodpakket getroffen zijn en die getroffen gaan worden, vragen uitzonderlijk veel van de uitvoeringsorganisaties als het UWV, RVO, de Belastingdienst, KvK en de gemeenten. Het kabinet is trots op al het werk dat zij verzetten. Tegelijkertijd betekent dit ook dat de mogelijkheden die het kabinet heeft om steunmaatregelen te treffen, begrensd worden door wat de uitvoering feitelijk nog kan. De uitvoerbaarheid van het noodpakket is een harde randvoorwaarde om te voorkomen dat het verlenen van noodsteun in gevaar komt. Ook voor het tweede noodpakket geldt dus dat helaas niet aan alle wensen kan worden voldaan, hoe graag we dit ook zouden willen.
Na de periode van verlenging
Voor de periode na deze verlenging, zal het kabinet nauwlettend monitoren hoe de pandemie en de economie zich ontwikkelen, en zich vervolgens beraden welke maatregelen voor een volgende periode passend en haalbaar zijn. Wanneer herstel zal intreden is op voorhand niet te zeggen. Dat is onder andere afhankelijk van ontwikkelingen in het buitenland, het vertrouwen in de economie en de mate waarin delen van economie weer kunnen worden vrijgegeven en er meer perspectief is op de anderhalvemetersamenleving of een vaccin. Herstel zal uiteindelijk leiden tot nieuwe bedrijvigheid en banen. De economische terugval is echter groot en het heeft er alle schijn van dat deze langer gaat duren. Deze terugval zal ook gepaard gaan met koopkrachtdalingen, faillissementen en ontslagen. Het is ook zaak dat ondernemingen zich aanpassen aan de nieuwe economische situatie. Naargelang deze crisis voortduurt zal het aanpassingsvermogen van de economie immers in toenemende mate van belang worden. Het is daarom in die fase de inzet van het kabinet om de veerkracht van de economie te gebruiken en gericht te stimuleren en te investeren. Ook omdat de steun vanuit de overheid afgebouwd moet worden.
Bedrijven moeten in eerste instantie zich tot de markt wenden voor financiering. Het kan echter niet worden uitgesloten dat bij een verslechtering van de economische situatie een bredere groep van (middel)grote bedrijven met toenemende solvabiliteitsproblemen wordt geconfronteerd. Het kabinet gaat onderzoeken of gerichte kapitaalsteun nodig en mogelijk is, en zo ja op welke manier dit vormgegeven zou kunnen worden, bijvoorbeeld in ruil voor aandelen. Het gaat dan in principe om kapitaalsteun vanuit de markt, waarbij in een uiterste geval de overheid een rol speelt. Eventuele kapitaalsteun is immers een vergaande interventie en daarmee zou dit altijd een uiterst redmiddel zijn en alleen kunnen worden ingezet als marktoplossingen niet meer mogelijk blijken te zijn en andere regelingen geen soelaas bieden. Ook die steun zou aan voorwaarden gebonden moeten zijn en worden afgebakend tot bedrijven die vanwege bijvoorbeeld hun kennis, innovatiekracht of belangrijke werkgelegenheidseffecten cruciaal zijn voor de Nederlandse economie. Het kabinet komt op een later moment terug op de uitkomsten van dit onderzoek.
Het kabinet zal zich richting Prinsjesdag beraden op basis van de dan beschikbare informatie, en bekijken welke stappen dan passend zijn. Daarbij kan wel worden opgemerkt dat het kabinet het onverstandig vindt om in de huidige fase van de crisis te bezuinigen. Ook wil het kabinet lering trekken uit deze crisis, bijvoorbeeld over de schokbestendigheid van de economie. Daarbij zullen actuele onderwerpen, zoals belastingontwijking door internationaal opererende bedrijven, niet worden geschuwd. Ook op structurele vragen gaat het kabinet zich dus de komende maanden beraden. Een eerste moment om hierop terug te komen is Prinsjesdag.
Nieuwe en verlengde maatregelen
Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud
(…)
Korting bij aanvragen van bedrijfseconomisch ontslag
(…)
Dividend- en bonusuitkeringen en inkoop eigen aandelen
(…)
Scholing
(…)
Seizoenswerk
(…)
Opslag
(…)
Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB
Voor veel bedrijven en organisaties zijn naast personeelslasten ook de vaste kosten een probleem. Er komt daarom een pakket aan maatregelen ten behoeve van het hardst geraakte MKB, waaronder de horeca, recreatie, sportscholen, evenementen, kermissen, speelautomatenhallen, podia en theaters, waarvan een aantal sectoren ook in de zomermaanden nog gesloten blijft. Met de hieronder toegelichte Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB komen we tegemoet aan de motie van de leden Dijkhoff en Jetten2, en daarnaast, met verschillende aanpassingen in de NOW, meer in zijn algemeenheid bedrijven met hoge vaste kosten zoals de maakindustrie (voornoemde motie van de leden Segers en Heerma).
Voor de onderdelen van het brede MKB die het hardst geraakt worden door de crisis doordat ze de effecten voelen van de overheidsmaatregelen komt een regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB. Deze bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten, en de mate van omzetderving een tegemoetkoming voor hun vaste lasten tot een maximum van € 20.000 voor drie maanden. De sectoren die onder de huidige TOGS vallen komen hiervoor in aanmerking. De toegang tot deze regeling begint pas bij een omzetverlies van minstens 30%. Voor deze regeling wordt het budgettair beslag geraamd op ca. € 1 miljard. Net zoals het geval is bij de huidige TOGS, wordt ook deze tegemoetkoming vrijgesteld van belastingheffing.
Verder zal het kabinet met de betreffende sectoren en de gemeenten verkennen wat de mogelijkheden zijn om ondernemers een meer rendabele bedrijfsvoering te laten realiseren in sectoren die weer open mogen. Hierbij kan gedacht worden aan het verlengen van het seizoen, pachtaanpassingen en ruimere openingstijden. Dit zullen we doen in samenspraak met de decentrale overheden en binnen bestaande budgetten en randvoorwaarden voor bijvoorbeeld de openbare orde en kustveiligheid.
Met de hiervoor genoemde aanpassing in de NOW zal dit opgeteld tot een aanzienlijke verbetering in de ondersteuning betekenen voor alle sectoren die geraakt worden door de coronacrisis voor de maanden juni, juli en augustus. Deze drie maanden moeten vervolgens gebruikt worden om de bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid.
Verder zal het kabinet bezien of onderdelen van de nog langduriger gesloten sectoren, zoals de grote podia/theaters, die in ieder geval tot 1 september gesloten blijven, maar ook daarna naar verwachting te maken krijgen met forse beperkingen – gesteund en op weg geholpen kunnen worden naar nieuwe verdienmodellen, zo nodig met behulp van pilots.
Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
(…)
Startups
(…)
Financieringsinstrumenten
(…)
Uitstel van betaling van belastingschulden
Op 12 maart jl. heeft het kabinet een tijdelijke versoepeling van het uitstelbeleid in verband met de coronacrisis aangekondigd voor belastingschulden van ondernemers die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen. Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt voor deze regeling, wordt de invordering van zijn belastingschulden voor een groot aantal belastingen gedurende drie maanden stopgezet.3 Het kabinet constateert dat ondernemers in veel sectoren onverminderd betalingsproblemen ondervinden. Daarom verlengt het kabinet de periode waarin ondernemers zich voor de uitstelregeling kunnen aanmelden van 19 juni naar 1 september 2020. Ondernemers krijgen op eerste verzoek drie maanden uitstel van betaling. Ondernemers kunnen langer dan drie maanden uitstel van betaling krijgen als zij aannemelijk maken dat ze door de coronacrisis in betalingsproblemen zijn gekomen.
Voor uitstel langer dan drie maanden gaat bovendien de eis gelden dat de ondernemer verklaart geen dividenden en bonussen te zullen uitkeren, of eigen aandelen te zullen inkopen. De vormgeving van deze verklaring wordt nader uitgewerkt.
Het toegekende uitstel van langer dan drie maanden duurt totdat het uitstel wordt ingetrokken, dat zal in ieder geval niet eerder zijn dan 1 september 2020. Bij het aflopen van het uitstel zal ondernemers een passende betalingsregeling worden geboden. Het kabinet informeert uw Kamer nog over de concrete vormgeving hiervan.
Uitstel van het betalen van BPM wordt in juni mogelijk gemaakt voor vergunninghouders, vanaf het tijdvak mei 2020. Een verzoek om uitstel van betaling van BPM is pas mogelijk als een naheffingsaanslag is opgelegd voor het tijdvak mei 2020; dat zal ongeveer half juli 2020 zijn.
Naast de hiervoor genoemde tijdelijke versoepeling van het uitstelbeleid voor belastingschulden, kan uitstel van betaling worden gevraagd voor betalingsverplichtingen op grond van EU-douanewetgeving. De EU-douanewetgeving kent eigen regels voor het verlenen van uitstel van betaling. Hierbij wordt in principe per maand en per geval beoordeeld of uitstel mogelijk is. Voor de maanden maart, april en mei past de Douane het uitstelbeleid toe. Verdere verlenging en afbouw van de uitstelregeling hangt onder meer af van afstemming met de Europese Commissie over juridische mogelijkheden en de uitvoerbaarheid van het uitstelbeleid door de Douane. Het kabinet informeert uw Kamer nog over concrete vormgeving hiervan.
Aantekening
Het uitstelbeleid in verband met de coronacrisis is gepubliceerd in het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 22 april 2020, 2020-8499, Stcrt. 2020, 23814 (V-N2020/20.4), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 mei 2020 (2020-9594, V-N 2020/24.3). Dat beleid geldt oorspronkelijk tot 19 juni 2020, maar wordt bij deze brief verlengd tot 1 september 2020. Het beleid kent twee fasen. Na ontvangst van een digitaal of schriftelijk ingediend verzoek worden gedurende een periode van drie maanden geen invorderingsmaatregelen getroffen. Het verzoek wordt geacht zowel de bestaande in belastingaanslagen belichaamde belastingschuld als de nog op te leggen belastingaanslagen te betreffen.
Wordt uitstel gevraagd voor een periode van langer dan drie maanden, dan moet het verzoek daartoe op een in het genoemde beleidsbesluit beschreven wijze worden onderbouwd. De verlenging van de geldigheidsduur van het beleid ziet op ondernemers die tot 19 juni 2020 daarvan geen gebruik hebben gemaakt; zij kunnen dat alsnog doen in de periode tot 1 september 2020. De verlenging geldt niet voor ondernemers die bonussen of dividenden uitkeren.
De regeling wordt uitgebreid met de BPM, verschuldigd door vergunninghouders en wel vanaf het tijdvak mei 2020. Het bijzonder uitstelbeleid in verband met de coronacrisis geldt niet voor douanerechten. De brief verwijst in dat verband naar EU-douanewetgeving. In art. 110 en art. 111 Douanewetboek van de Unie wordt de mogelijkheid geopend tot het verlenen van uitstel van betaling. Deze mogelijkheid is beperkt en biedt op het eerste gezicht in de gegeven omstandigheden waarschijnlijk onvoldoende soelaas. Het kabinet onderzoekt in afstemming met de Europese Commissie de mogelijkheden en informeert de Tweede Kamer daarover.
Belasting- en invorderingsrentes
In de eerder genoemde brief van 17 maart 2020 heeft het kabinet aangekondigd de belasting- en invorderingsrente tijdelijk van 4% naar 0,01% te verlagen. De verlaging van de invorderingsrente is per 23 maart 2020 ingegaan en gold oorspronkelijk voor drie maanden. Nu het uitstelbeleid wordt verlengd, is besloten de verlaging van de invorderingsrente te verlengen tot 1 oktober 2020. Op deze manier blijven ondernemers gefaciliteerd om gebruik te maken van de bijzondere uitstelregeling voor belastingschulden.
Ook de verlaging van de belastingrente voor alle belastingmiddelen behalve de inkomstenbelasting (IB), die op 1 juni 2020 in gaat, wordt verlengd tot 1 oktober 2020. Dit is bijvoorbeeld gunstig voor particulieren en ondernemers die gebruikmaken van de mogelijkheid van uitstel voor het doen van aangifte. De verlaging van de belastingrente voor de inkomstenbelasting gold al tot 1 oktober 2020. Het wetsvoorstel Verzamelspoedwet COVID-19 waarmee de verlaging van de belasting- en invorderingsrente wettelijk wordt geregeld, is momenteel aanhangig in de Tweede Kamer.
Aantekening
Nu de geldigheidsduur van het bijzondere uitstelbeleid is verlengd, geldt dat ook voor het verlaagde belasting- en invorderingsrentetarief. De verlenging van het verlaagde percentage tot 1 oktober 2020 betekent in beginsel ook dat vanaf die datum weer het normale tarief in rekening zal worden gebracht. Veel ondernemers zullen op die datum nog niet in staat zijn hun belastingschulden af te lossen en daarmee nog geruime tijd bezig zijn. Deze ondernemers worden dan mogelijk alsnog geconfronteerd met forse renteverplichtingen. Het wetsvoorstel Verzamelspoedwet COVID-19 dat momenteel aanhangig is bij de Tweede Kamer (zie V-N 2020/25.4), voorziet mede met het oog daarop in de mogelijkheid in te spelen op actuele omstandigheden.
Overige fiscale maatregelen
Het kabinet heeft ook andere fiscale maatregelen genomen die zonder nader besluit van het kabinet zouden aflopen voor 1 september 2020.4 Het kabinet vindt dit ongewenst omdat het belang van deze maatregelen niet is afgenomen. Het kabinet verlengt daarom de duur van deze fiscale maatregelen tot 1 september 2020.
Dit betekent onder meer dat de btw-vrijstelling voor medische hulpgoederen, de btw-vrijstelling voor uitlenen van zorgpersoneel, de versoepeling van het urencriterium voor IB-ondernemers en de periode waarin een tijdelijk uitstel van hypotheekbetalingen met behoud van recht op hypotheekrenteaftrek kan worden aangevraagd en verleend worden verlengd tot 1 september 2020.
Aantekening
In dit onderdeel is aangegeven dat de noodmaatregelen die binnenkort gaan aflopen, worden verlengd tot 1 september 2020. Hiervoor wordt een aantal maatregelen met naam en toenaam genoemd. Maar deze opsomming is niet volledig. Wat daarvan zij, wij nemen aan dat binnenkort (opnieuw) een geactualiseerde versie het coronabesluit zal worden uitgebracht, waarin de termijnverlenging tot 1 september 2020 zal worden geregeld.
Wat de verlenging van de periode, waarin tijdelijk uitstel van hypotheekbetalingen met behoud van recht op eigenwoningrenteaftrek kan worden aangevraagd en verleend, doelt het kabinet zeer waarschijnlijk op het besluit van 6 mei 2020, 2020-85139, Stcrt. 2020, 26069, V-N 2020/23.4. Onderdeel 2 van dit besluit bepaalt dat de betaalpauze uiterlijk 1 juli 2020 ingaat. Tevens bepaalt dat onderdeel dat de betaalpauze maximaal zes maanden mag duren. Wat wordt er nu verlengd? De periode, waarin de betaalpauze kan ingaan en/of de duur van de betaalpauze? Bij letterlijke lezing van deze toezegging gaat het alleen om een verlenging van de periode waarin de betaalpauze kan ingaan. Naar onze mening is echter een verlenging van de duur van de betaalpauze in deze tijd ook geen overbodige luxe, te meer daar deze verlenging zonder meer mogelijk is bij toepassing van de wettelijke regeling van art. 3.119e Wet IB 2001. Maar misschien is met deze toezegging ook wel beide bedoeld, zowel verlenging van de ingang van de betaalpauze als van de duur ervan. Mogelijk wordt het besluit van 6 mei 2020 nu opnieuw uitgebracht, zodat hierin duidelijkheid kan worden gebracht en tevens de overige onduidelijkheden en onvolkomenheden met dit besluit kunnen worden weggenomen; zie daarover nader onze aantekening onder het besluit in V-N 2020/23.4.
Caribisch Nederland
(…)
SURE
(…)
Steunmaatregelen internationaal opererend Nederlands bedrijfsleven
(…)
Incidentele suppletoire begrotingen
(…)
Tot slot
(…)
Aantekening
De integrale versie van deze brief vindt u hier. Deze brief met noodpakket 2.0 die door maar liefst zes bewindspersonen is ondertekend, is zowel naar de Tweede als de Eerste Kamer verzonden. Dit zal zeker tot aanvullende vragen leiden en hierover zal vast nog stevig worden gedebatteerd. De inhoud van deze brief zal, voor zover het fiscale aspecten betreft, ongetwijfeld nog worden opgenomen in een geactualiseerd coronabeleidsbesluit. Vanzelfsprekend zullen wij daar in Vakstudie Nieuws aandacht aan besteden.
Kijk tot slot ook op TaxVisions.nl voor een korte en duidelijke video van de maatregelen uit deze brief.