Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/769
Bewijsklacht.
HR 07-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3160
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juni 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
10/01712
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BQ3160
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3160, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2011
Essentie
Bewijsklacht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 29 maart 2010, nummer 22/003757-09, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. I. Oolgaard, te 's‑Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vegter:
1.
Het Gerechtshof te 's‑Gravenhage (enkelvoudige kamer) heeft de verdachte bij arrest van 29 maart 2010 ter zake van onder 1 ‘overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994’, onder 2 ‘overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ en onder 3 ‘door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.