Einde inhoudsopgave
RvdW 2011/750
Vorderen inzage legitimatiebewijs redelijkerwijs noodzakelijk ter uitoefening van de politietaak.
HR 31-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1978
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, W.F. Groos
- Zaaknummer
09/03411
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BQ1978
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Staatsrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1978, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1978, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2011
- Wetingang
Politiewet 1993 art. 8a lid 1
Essentie
Oordeel dat het vorderen van inzage van het legitimatiebewijs van de verdachte redelijkerwijs noodzakelijk was voor de uitoefening van de politietaak als bedoeld in art. 8a, eerste lid, Politiewet 1993 is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
Oordeel dat het vorderen van inzage van het legitimatiebewijs van de verdachte redelijkerwijs noodzakelijk was voor de uitoefening van de politietaak als bedoeld in art. 8a, eerste lid, Politiewet 1993 is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd, in aanmerking genomen dat het hof heeft vastgesteld dat de ambtenaren van politie de opdracht hadden gekregen extra controle ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.