Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/VIII.8.1
VIII.8.1 Inleiding
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS357616:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
De beperking tot vorderingen uit bestaande rechtsverhoudingen houdt verband met het grondslagvereiste van art. 3:239 lid 1 BW. In de praktijk worden ook minder ruime omschrijvingen gebruikt, zoals een verpanding van alle ten tijde van de ondertekening van de pandakte bestaande vorderingen en alle vorderingen die worden verkregen uit de ten tijde van de ondertekening van de pandakte bestaande rechtsverhoudingen. Dit houdt mogelijk daarmee verband dat de praktijk rekening houdt met de opvatting dat aan het bepaaldheidsvereiste moet zijn voldaan op het moment van het opmaken van de akte, zie nr. 794.
Zie nrs. 32 en 130.
801. Inleiding. Het bepaaldheidsvereiste, zoals dat hiervoor is beschreven, staat in beginsel toe om in de akte slechts een generieke omschrijving van de te cederen of verpanden vorderingen op te nemen, zonder dat de akte verwijst naar gegevensdragers die de vorderingen nader specificeren (zoals cessie- of pandlijsten, boekhoudingen e.d.).
Een generieke omschrijving kan verschillende vormen aannemen. De meest ruime vorm betreft een cessie van alle bestaande en toekomstige vorderingen “uit welken hoofde ook”. Ook kan de omschrijving beperkt zijn tot bepaalde categorieën van vorderingen, zoals een cessie van alle vorderingen “op schuldenaar X”, “ter zake van de verkoop van product Y”, of “uit de rechtsverhoudingen X, Y, Z”. De vraag rijst of met elke vorm van generieke omschrijving aan de maatstaf van de voldoende bepaalbaarheid kan worden voldaan. In de praktijk, literatuur en jurisprudentie is in het bijzonder de vraag aan de orde gekomen naar de geldigheid van een stille verpanding van:
“alle ten tijde van de verpanding bestaande vorderingen en van alle toekomstige vorderingen die rechtstreeks worden verkregen uit ten tijde van de verpanding bestaande rechtsverhoudingen”.1
Het was de vraag of in de pandakte met een dergelijke generieke omschrijving kan worden volstaan of dat voor een geldige verpanding vereist is dat in de akte op zijn minst wordt verwezen naar een computeruitdraai met daarop een vermelding van de individuele vorderingen.
Naast gevallen van subjectfinanciering kan een globale cessie of verpanding met generieke omschrijving wat betreft hedendaagse financiële transacties bijvoorbeeld van belang zijn voor de zogeheten ‘whole business securitisations’ en ‘future flows’. Daarbij gaat het om de effectisering van alle bestaande en toekomstige vorderingen die worden gegenereerd door een onderneming of een bepaalde bedrijfsactiviteit van die onderneming.2