Einde inhoudsopgave
RvdW 2012/36
Onteigening. Schadeloosstelling; recht op zekerheidstelling.
HR 23-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BU4934
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2011
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/03864
- Conclusie
A-G IJzerman
- LJN
BU4934
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BU4934, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BU4934, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑08‑2010
- Wetingang
Ow art. 54i
Essentie
Onteigening. Schadeloosstelling; recht op zekerheidstelling.
Art. 54i lid 4 Onteigeningswet — inhoudende dat de rechtbank voor de onteigende partij en bekende derde belanghebbenden een som als zekerheid bepaalt voor de voldoening van de aan ieder van hen verschuldigde schadeloosstelling — is ongeclausuleerd imperatief geformuleerd. Weliswaar kan de onteigende partij afstand doen van het haar wettelijke toekomende recht op zekerheidstelling, maar daarvoor is een ondubbelzinnige wilsverklaring van de rechthebbende vereist.
Samenvatting
Op vordering van verweerster in cassatie, de Gemeente, heeft de rechtbank de vervroegde onteigening uitgesproken van een aantal aan eisers tot cassatie, de onteigenden, afzonderlijk toebehorende percelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.