Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/272
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontbinding op verzoek werkgever op de g-grond. Afwijzing verzoek werknemer om toekenning billijke vergoeding. Klachten op beide onderdelen.
HR 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:333
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 februari 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/00553
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:333, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1038, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Ontbinding op verzoek werkgever op de g-grond. Afwijzing verzoek werknemer om toekenning billijke vergoeding. Klachten op beide onderdelen.
Samenvatting
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/00553
Datum 25 februari 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoekster],wonende te [woonplaats], Verenigde Staten van Amerika,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster],
advocaat: N.T. Dempsey,
tegen
ABN AMRO BANK N.V.,gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ABN AMRO,
advocaten: J.P. Heering en F.M. Dekker.
Conclusie
Conclusie A-G mr. R.H. de Bock:
1. Feiten
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.