Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/766
Middel over de verwerping verweer dat OM n-o is in de vervolging, nu verdachte een voorwaardelijk sepot zou hebben gekregen en aan de gestelde voorwaarden voor dat sepot heeft meegewerkt. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 29-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:1022
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/02238
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1022, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:474, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2021
Essentie
Middel over de verwerping verweer dat OM n-o is in de vervolging, nu verdachte een voorwaardelijk sepot zou hebben gekregen en aan de gestelde voorwaarden voor dat sepot heeft meegewerkt. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02238
Datum 29 juni 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 14 juli 2020, nummer 20-001729-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.