Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 1.1
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2024
- Bronpublicatie:
18-01-2024, Stcrt. 2024, 2236 (uitgifte: 31-01-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/5370)
- Inwerkingtreding
01-02-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-01-2024, Stcrt. 2024, 2236 (uitgifte: 31-01-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/5370)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
In deze regeling wordt verstaan onder:
bevoegde autoriteit: autoriteit als bedoeld in artikel 6, derde lid, van richtlijn (EU) 2016/1629 of bedoeld in artikel 1.18;
besluit:Binnenvaartbesluit;
CBR:Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te Rijswijk (Z-H);
competentieverklaring dekbemanningslid: door een bevoegde autoriteit afgegeven verklaring waarin wordt verklaard dat een matroos, volmatroos of stuurman voldoet aan de competentienormen van het operationele niveau van Richtlijn 2017/2397;
dienstboekje: persoonlijk register waarin de gegevens met betrekking tot het arbeidsverleden van een bemanningslid staan genoteerd, met name de vaartijden en de gemaakte reizen;
duwbak: schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen, geschikt om te worden geduwd en dat:
- 1°
niet is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen; onderscheidenlijk
- 2°
is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen die slechts voor verplaatsing over kleine afstanden geschikt zijn;
duwstel: hecht samenstel van schepen, waarvan ten minste één is geplaatst voor het schip met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel, dan wel voor de beide schepen met motoraandrijving die dienen voor het voortbewegen van het samenstel. Hieronder wordt ook verstaan een duwstel dat is samengesteld uit een duwend en een geduwd schip waarvan de koppelingen een beheerst knikken mogelijk maken;
ES-QIN: Europese standaard voor kwalificaties in de binnenvaart, editie 2019, vastgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart, ingesteld door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart bij plenaire zitting in juni 2015 en raadpleegbaar op: https://www.cesni.eu/wp-content/uploads/2020/03/ES-QIN_2019_nl.pdf;
ES-TRIN:Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, editie 2023/1, vastgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart, ingesteld door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart bij plenaire zitting in juni 2015 en raadpleegbaar op: https://www.cesni.eu/wp-content/uploads/2022/11/ES-TRIN23_signed_nl.pdf;
gekoppeld samenstel: samenstelling van langszijde van elkaar vastgemaakte schepen, waarvan er geen is geplaatst vóór het schip met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel;
hecht samenstel: een duwstel of een gekoppeld samenstel;
kwalificatiecertificaat: door een bevoegde autoriteit afgegeven certificaat waarin wordt verklaard dat een dekbemanningslid aan de voorschriften van Richtlijn 2017/2397 voldoet;
kwalificatiecertificaat schipper: door een bevoegde autoriteit afgegeven certificaat zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet waarin wordt verklaard dat een schipper een vaarbevoegdheid bezit en aan de voorschriften van Richtlijn 2017/2397 wordt voldaan;
minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
open rondvaartboot: passagiersschip met een lengte op de waterlijn van minder dan 20 meter en dat:
- a.
is ingericht en bestemd uitsluitend voor rondvaarten met een niet-onderbroken vaarduur van ten hoogste twee uren,
- b.
geen gesloten opbouw heeft,
- c.
geen doorlopend dek heeft, en
- d.
is bestemd voor gebruik op de binnenwateren van zones 3 of 4;
patrouillevaartuig: schip voor zover ingezet voor de uitoefening van een publiekrechtelijke taak;
richtlijn 87/540/EEG:richtlijn nr. 87/540/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma's, certificaten en andere titels (PbEG L 322);
richtlijn 96/50/EG: richtlijn nr. 96/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PbEU L 235);
Richtlijn 2017/2397:Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PbEU 2017, L 345);
rondvaartboot van het Amsterdamse grachtentype: passagiersschip met een lengte op de waterlijn van minder dan 25 meter, zoals ontwikkeld voor de rondvaarten in Amsterdam, en dat:
- a.
één laag passagiersaccommodatie heeft, deels verzonken tot beneden het gangboord,
- b.
is voorzien van een grotendeels doorgaande opbouw met grote ramen,
- c.
een tot beneden het gangboord verzonken open kuip kan hebben van ten hoogste 25% van de lengte op de waterlijn,
- d.
een stuurstand heeft aan de voorzijde van de passagiersaccommodatie, en
- e.
is bestemd voor gebruik op de binnenwateren van zones 3 of 4;
RosR: het door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart vastgestelde Reglement onderzoek schepen op de Rijn, zoals opgenomen in bijlage 1.1;
Rsp: bij resolutie van 8 december 2022 (protocol 2022-II-9) van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart vastgesteld Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn;
schipper: dekbemanningslid dat gekwalificeerd is om een vaartuig op de binnenwateren te besturen en om aan boord de algemene verantwoordelijkheid te dragen, ook voor de bemanning, de passagiers en de lading;
specifieke vergunning: specifieke vergunning bedoeld in artikel 7.11b, een door een bevoegde autoriteit afgegeven aantekening op het kwalificatiecertificaat schipper waarmee wordt aangegeven dat de schipper aan aanvullende voorschriften van Richtlijn 2017/2397 voldoet;
vaarbewijs: bewijs van vaarbevoegdheid;
vaartijd: tijd, uitgedrukt in dagen, die dekbemanningsleden aan boord hebben doorgebracht tijdens een door de bevoegde autoriteit gevalideerde reis met een vaartuig op binnenwateren, met inbegrip van laad- en losactiviteiten die actieve scheepvaartoperaties vereisen.
verordening (EEG) 2919/85: verordening (EEG) nr. 2919/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 oktober 1985 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor de vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren (PbEG L 280);
verordening (EU) 2016/1628:verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn 97/68/EG (PbEU 2016, L 252).
2.
Waar in deze regeling de aanduiding ‘jaar’ wordt gebruikt in relatie tot vaartijd, wordt hieronder verstaan 180 effectieve vaardagen in de binnenvaart. Binnen een periode 365[lees: van 365] opeenvolgende dagen worden maximaal 180 dagen als vaartijd worden meegerekend[lees: meegerekend]. 250 Vaardagen in de zee- of kustvaart dan wel de visserij gelden als één jaar vaartijd.